De Arnhemse rechtbank acht de feiten bewezen maar zegt dat de Kesterenaar, weliswaar op een extreme manier, uit noodweer handelde.Van D. kreeg het met de ander aan de stok toen hij in Tiel een hoeveelheid geld wilde wisselen. In de woning van de wisselaar kwam het tot een schermutseling, toen de 36-jarige door de Tielenaar met een mes werd bedreigd. Tijdens de worsteling kon de Kesterenaar het wapen pakken en stak vervolgens tien keer op de belager in. Die raakte ernstig gewond.

De rechtbank oordeelde dat Van D. in een „hevige gemoedstoestand” heeft gehandeld. De Kesterenaar zei eerder tijdens de behandeling van de zaak in doodsangst te verkeren op het moment dat de tegenstander met het steekwapen op hem afkwam. Het verhaal van Van D. komt de rechtbank „niet onaannemelijk voor.” De paniek die zich van de Kesterenaar meester maakte is er ook de oorzaak van dat de man „te ver doorschoot” toen hij zich verdedigde.

De rechters ontsloegen de 36-jarige uiteindelijk van rechtsvervolging.