Filippensen 1:6De tekst sluit met de woorden „tot op de dag van Jezus Christus.”

Dat is de dag van Jezus Christus, die nog te verwachten is. Dat is de laatste dag en dan het oordeel. Welke dag hier bedoeld wordt, blijkt vanzelf, namelijk de dag van het laatste oordeel. Dan zal Christus komen op de wolken des hemels in de heerlijkheid van Zijn Vader om eenieder te vergelden naar zijn werken.

Men kan dit ook invullen als de dag van de dood, wanneer de ziel van het lichaam gescheiden wordt en voor Christus zal verschijnen, om zijn oordeel te ontvangen. Terecht wordt dit laatste oordeel een tijd of een dag genoemd, omdat het een vastgestelde tijd is, die door God bepaald is.

Dat goede werk nu, dat door God was begonnen in de Filippensen, zal voortgezet worden tot op de dag van Jezus Christus, zegt de apostel. Hiermee zegt Paulus dat er niet alleen een begin is van dat goede werk, zwak en teer. Het groeit, neemt toe en wast op in de genade.

Laten wij dan eens nader inzien hoe er een vorderen en toenemen is in de bekering. Dat is als de oude mens meer en meer sterft, zodat de kracht van de verdorvenheid minder wordt, en dat de eigenliefde, zin en wil meer verloochend worden. Dan komt het geestelijk leven meer openbaar.

Cornelis van Vollenhoven,
(”De Waarheid in het binnenste”, 1759)

ziekentrooster te Amsterdam