„Moellahs beroofden ons van onze vrijheden”
PESHAWAR - Behoudende moslimpartijen in het noordwesten van Pakistan hebben bij de maandag gehouden parlements- en provinciale verkiezingen een geduchte klap gekregen. „Ze deden valse beloften. Ze zouden ons onderwijs, voedsel en banen geven, maar ze gaven ons niets.”
Kiezers die kennelijk de buik vol hebben van gewapende strijd en de daarmee gepaard gaande economische malaise keerden zich massaal af van de politici die zij bij de vorige verkiezingen in het zadel hielpen. In plaats daarvan ging hun steun naar de seculiere Awami Nationale Partij, die vrede, verharde straten, banen en financiële injecties in de regionale economie beloofde.Vijf jaar geleden koos de overwegend met Pashtun bevolkte North West Frontier Province voor een provinciaal bestuur, bestaande uit een coalitie van protaliban geestelijken, de Verenigde Actie Alliantie. De mullahs profiteerden van de algemene verontwaardiging over de Amerikaanse invasie in Afghanistan en pogingen van president Pervez Musharraf om de twee grootste politieke partijen uit te rangeren. Zo voerde de regering scholingsvereisten voor kandidaten in waardoor afgestudeerden van koranscholen zich kandidaat konden stellen, maar ervaren politici werden geweerd omdat ze geen academische graad hadden.
Het gevolg was een provinciaal bestuur, waarin de moellahs de meerderheid hadden. Toen vervolgens Afghaanse taliban en al-Qaidastrijders over de grens naar Pakistan stroomden, werd dit oogluikend toegestaan. Uitgestrekte gebieden van de grensregio veranderden in een oorlogszone. Islamabad probeerde met 80.000 soldaten en politietroepen het gebied weer onder controle te brengen, maar slaagde er niet in de vanouds autonome regio opnieuw in haar greep te krijgen.
De lokale politie was onmachtig iets te doen aan de liquidatie van stamhoofden en clanleiders die zich tegen de islamisten verzetten. Ook eigenaars van video- en muziekwinkels die op last van de taliban hun nering moesten sluiten, klopten tevergeefs aan voor bescherming.
„Ze deden valse beloften. Ze zouden ons onderwijs, voedsel en banen geven, maar ze gaven ons niets”, zegt oud-soldaat Mohammed Akram Shah. „Ik kom uit een dorp met meer dan dertig huizen, maar we hebben na vijf jaar nog niet eens stroom.”
De kiezers lieten zien dat voor hen de maat vol is. De verwachting is dat de Awami Nationale Partij, die in de jaren ’80 de pro-Sovjetregering in Afghanistan steunde, het nieuwe provinciebestuur zal leiden. De partij behaalde ten minste 33 van de 99 zetels. Bovendien kan zij waarschijnlijk rekenen op de steun van de Pakistaanse Volkspartij (PPP) en andere seculiere partijen. De protalibanpartij Jamiat Ulema Islam (JUI) van Fazlur Rehman, die voorheen de grootste was, kreeg maar negen zetels.
Economische motieven -niet het geloof- bleken voor veel kiezers bepalend. De 25-jarige Rafiullah, die in 2002 voor de islamisten koos, zegt dit keer op de PPP te hebben gestemd. „Zij beroofden ons van onze vrijheden”, zei hij, doelend op de religieuze partijen. „En we zijn voortdurend bang voor bommen en raketten.”