Kerk & religie

Tegenstelling tussen geloof en verstand overbrugbaar

UTRECHT - Er bestaat geen onverzoenlijke tegenstelling tussen geloof en verstand. Als beide hun grenzen in acht nemen, kunnen ze goed samengaan, stelt prof. dr. Eberhard Jüngel.

Van een medewerker
19 February 2008 10:46Gewijzigd op 14 November 2020 05:33
<center>JÜNGEL<br>...gewetensvrijheid...<br>Foto Universität Heidelberg</center>
<center>JÜNGEL<br>...gewetensvrijheid...<br>Foto Universität Heidelberg</center>

De emeritus hoogleraar dogmatiek en godsdienstfilosofie uit het Duitse Tübingen sprak gisteren in Utrecht voorafgaand aan de promotie van drs. W. M. Dekker. Diens proefschrift, ”De relationaliteit van God. Onafhankelijkheid en relatie in de godsleer en ontologie van Francesco Turretini en Eberhard Jüngel”, is een studie van de godsleer van Jüngel in vergelijking met de gereformeerde scholastieke theologie.Jüngel wordt beschouwd als een van de grootste Europese theologen van deze tijd. Hij zoekt in zijn denken aansluiting bij de theologen Luther, Barth en Bultmann en bij de filosofen Hegel en Heidegger. Zijn hoofdwerk, ”Gott als Geheimnis der Welt”, geldt als een moderne klassieker. Met zijn boek ”Das Evangelium von der Rechtfertigung” heeft Jüngel zich op spraakmakende wijze gemengd in het oecumenische debat over de rechtvaardigmaking.

Zekerheid
Tijdens het gastcollege aan de Universiteit Utrecht sprak Jüngel over geloof en verstand. Hij zei dat geloof van een andere orde is dan de rede. Geloof is geen menselijk vermogen, maar het komt van God tot de mens en het richt zich op Jezus. De Oude Kerk sprak over geloof met evidente zekerheid. De Reformatie heeft het nieuwtestamentisch spraakgebruik weer ingevoerd, dat spreekt van het geloof als een rechtstreeks vertrouwen op God.

„Dit hangt samen met de waarheidsaanspraak van het christendom. De gelovige erkent dat de waarheid met het geloof tot hem komt en bezit van hem neemt. Het gaat niet om een theorie, maar om wat men van God Zelf hoort. Het Woord van God is het Woord van het kruis. De goddelijke wijsheid verschijnt als dwaasheid.”

De hoogleraar zei dat men mensen alleen maar leert kennen als zij iets van zichzelf laten zien. Hetzelfde geldt volgens hem voor God, Die zich openbaart. Het bovennatuurlijke weten ligt niet op het terrein van het verstand, dat er dan ook geen oordeel over kan vellen. Zodra men erkent dat verstand en geloof twee verschillende gebieden zijn, kunnen ze zich goed met elkaar verstaan, maar als het verstand wil heersen over het geloof, gaat het mis. En andersom geldt hetzelfde.

Troosteloos atheïsme
Geloof en verstand hebben elkaar nodig om niet in uitersten te vervallen, aldus de hoogleraar. Het verstand is gebaat bij de erkenning van moraal. Als het verstand er geen rekening mee houdt dat de mens meer is dan het hier en nu, bestaat het gevaar van vertechnisering en reductie van de mens. Jüngel hoopt dat ook het „troosteloos atheïsme” dat zal accepteren.

Overigens wil de hoogleraar mensen de vrijheid laten atheïst te worden. Hij acht gewetensvrijheid een groot goed. „De mens heeft vrijheid nodig, ook de vrijheid om het geloof te verlaten. Christenen kennen die vrijheid, moslims niet.”

Houdt het geloof geen rekening met het verstand, dan bestaat de kans op bijgeloof en fundamentalisme, zei Jüngel. Mensen kunnen zich vergissen; alleen God is onfeilbaar. Het verstand bewaart de kerk voor absolute aanspraken. Door het verabsoluteren van het geloof verliest men zijn vrijheid.

Jüngel betoogde dat zowel de rede als het geloof moeten streven naar verlichting. De verlichting van het geloof houdt in dat men steeds meer ziet van het licht van het Evangelie, zoals de vergeving van zonden, waartoe het verstand een mens niet kan brengen.

Tijdens de beantwoording van vragen zei de hoogleraar de „zelfsecularisering” van de kerken een grotere bedreiging te vinden dan de secularisatie van de maatschappij

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer