Waarnemers meenden vooraf dat de 73–jarige Papadopoulos de beste papieren had om nog eens vijf jaar het hoogste ambt te mogen bekleden. Maar Papadopoulos kreeg slechts 31,8 procent van de stemmen. De communistische parlementsvoorzitter Christofias eindigde op 33,3 procent en de conservatieve voormalige minister van Buitenlandse Zaken Kassoulides op 33,5.Er waren in totaal negen kandidaten die de gunst probeerden te winnen van de 516.000 stemgerechtigden in het Griekse gedeelte van het eiland. Ook deden voor het eerst 400 Turks–Cyprioten mee aan de door de Grieks–Cyprioten georganiseerde presidentsverkiezingen.

Cyprus is sinds de Turkse invasie in 1974 verdeeld in een Turks en Grieks deel. De Turks–Cyprioten aanvaardden in 2004 een vredesplan van de Verenigde Naties, maar dit voorstel werd door de Griekse Cyprioten onder aanvoering van Papadopoulos verworpen.

Christofias en Kassoulides hebben beiden beloofd dat zij na een eventuele verkiezing meteen contact zullen opnemen met de Turks–Cyprioten met het oog op hereniging van het eiland. De VN die al decennia de wacht houden in een bufferzone tussen de landsdelen, dringen aan op een oplossing van het Cyprus–probleem.

De door Grieks–Cyprioten gevormde internationaal erkende regering van Cyprus ligt overhoop met EU–landen die de zondag geproclameerde onafhankelijkheid van Kosovo willen erkennen. Zij vreest voor een precedentwerking voor de zogenaamde „Turkse Republiek Noord–Cyprus" die tot nu toe alleen door Turkije wordt erkend.