Brand! De school is snel leeg
Gillende kinderen, gillende sirenes. Op de Sint-Dominicusschool in Utrecht werd vrijdag het startsein voor de Nationale Brandpreventieweek gegeven. Eén probleem was er tijdens de voorbereiding, meldde de brandweer: „Deze school heeft al zo vaak geoefend dat de kinderen binnen drie minuten buiten staan. Daarmee was de openingshandeling wel een beetje snel voorbij.”
Snel gaat het inderdaad. Uit alle deuren gutst een stroom leerlingen naar buiten. Sommigen leven zich zo in het gevaar in dat hen bedreigt, dat ze met hun hand of trui hun neus afschermen tegen rook en gifgassen. De meesten hebben echter beide handen vol aan het op hun hoofd houden van de rode plastic helm. Her en der kletteren hoofddeksels op het plein.
Klas na klas groepeert zich. Achter de zandbak, bij het poortje, iedereen weet zijn plaats. Leerkrachten lezen luidkeels namenlijsten voor. Van de 500 leerlingen blijken er twee te ontbreken. Waar zijn ze?
Wel een beetje snel arriveren twee brandweerauto’s met bijbehorend lawaai. Kinderen bedekken hun oren voor het hartverscheurende geluid, anderen hun ogen voor de naar buiten dwarrelende rook. „Nu gaan ze de kinderen zoeken”, weet een juf.
„Als de kinderen naar buiten zijn, ga ik flink rook maken”, had een spuitgast al aangekondigd. Twee van zijn collega’s -zuurstofmasker voor- dringen de wolk binnen, doorzoeken razendsnel het gebouw, peuteren de twee vermiste jongens uit de toiletten en komen algauw weer naar buiten. Tussen de twee jongens in komt een spandoek uit de rook tevoorschijn: reclame voor de Nationale Brandpreventieweek.
Burgemeester A. Brouwer -oranje hesje om- vindt ontruimingsoefeningen buitengewoon belangrijk, zegt ze. Dat bleek vorig jaar mei elders in de Domstad, toen het vuur hoog oplaaide in kinderdagverblijf Sesam. In een mum van tijd marcheerden de kinderen naar buiten. Dat hadden ze een maand tevoren nog geoefend.
Utrecht vindt de brandveiligheid van scholen zo van belang, dat de gemeenteraad vorige week 1,36 miljoen euro uittrok voor ontruimingsinstallaties: een computergestuurde centrale waarop handbrandmelders, signaalgevers en eventuele automatische brandbeveiligingsinstallaties zijn aangesloten. De installatie zet een sirene in het gebouw en flitslampen op de buitengevel in werking en kan ook automatisch de brandweer bellen.
De leerlingen van de Dominicusschool krijgen als vergoeding voor de ’ontberingen’ een lunchpakket. En de actiefolder De Nationale Schoolontruiming. Die folder kan niet branden. De burgemeester zal dat bewijzen (maar: „Niet uitproberen thuis!”). „Kom jij me even helpen?” Bedremmeld staart de uk zijn burgermoeder aan. „Kom maar.” Helpt niet. „Ga maar”, duwt de meester. Dat helpt. De „jonge brandweerman” mag de folder vasthouden, terwijl de burgemeester met een aansteker in de weer is. De folder negeert de vlam. Geen brand. Het schoolplein weergalmt van het gejuich.
De folder wordt de komende week op tal van scholen uitgereikt. Er staat in wat de kinderen en het personeel moeten doen als het brandalarm rinkelt. De kinderen kunnen prijzen winnen met het maken van een eigen vluchtplan en door mee te doen aan een kleurwedstrijd.
Een menigte groene ballonnen kiest het luchtruim. „Allemaal weg, naar de zon”, weet een leerling. Ondertussen zwoegt de alarminstallatie door. „Kan iemand dat ding uitdoen?” roept de leerkracht die als eerste weer naar binnen gaat vanaf de drempel. Hij gaat voor zijn beurt, constateert een juf gramstorig. De kleinste kinderen zouden het eerst de school weer in moeten. Een van hen evalueert het evenement in woorden die niet bij het vlammengeweld passen: „Dit was echt cool.”
Naar verwachting oefenen nog 5000 andere basisscholen, al dan niet onder leiding van de brandweer en in het bijzijn van een burgemeester, tijdens de actieweek het ontruimingsplan. Driekwart van de Nederlandse brandweerkorpsen doet mee: bijna een verdubbeling van het aantal van vorig jaar.
De activiteiten van de Nationale Brandpreventieweek lopen 365 dagen per jaar, benadrukken de organisatoren. Eenmaal per jaar worden de risico’s van brand en de noodzaak van preventie door middel van een speciaal thema een week lang extra voor het voetlicht gehaald. Vorig jaar was ”het vluchtplan” het thema, voor volgend jaar staat ”zelfredzaamheid” op het programma, dit jaar wordt de aandacht gericht op ”De schoolontruimingsoefening op basisscholen.” Geen wonder dat vrijdag ook de Stichting Consument en Veiligheid aanwezig was, want de ontruimingsoefening is ook onderdeel van zijn campagne ”Veiligheid op de basisschool.”
Het is nog nauwelijks voorgekomen dat er doden of gewonden bij een schoolbrand vielen, ook omdat die meestal buiten schooltijd ontstaan. Maar een slimme school is op alles voorbereid. Preventiematerialen, rookmelders en brandblussers zijn daarbij even onmisbaar als een ontruimingsplan waarvan de uitvoering keer op keer geoefend wordt.
Oefeningen bevorderen volgens drs. R. Kruidenier, voorzitter van het organiserend comité, het risicobewustzijn van de leerlingen, „met als gevolg dat ze later in bijvoorbeeld cafés, discotheken, hotels en theaters beter zullen letten op nooduitgangen en vluchtwegen. En als een café aangekleed is met kerstgroen, moet je gewoon weggaan. Of de eigenaar erop aanspreken.”
Tijdens een van de oefeningen op de Dominicusschool vergat een leerling zijn schoenen. Terug naar de klas? Dat mag nooit. Naar buiten! Doordat de school regelmatig geoefend had, kostte het weinig overredingskracht om de jongen daarvan te overtuigen.
Dit is het tweede deel van een tweeluik over veiligheid op de basisschool. Vrijdag verscheen deel 1: ”Struikelen over een losse stoeptegel.”