Justitie stelt dat C. het jongetje eind 2006 op zijn basisschool in Hoogerheide met voorbedachten rade heeft doodgestoken.De rechtbank veroordeelde de 23-jarige vorig jaar voor doodslag tot twaalf jaar celstraf en tbs, na een eis van eveneens twintig jaar en tbs. De rechter achtte moord niet bewezen omdat het volgens hem niet zeker is dat C. het plan had iemand te doden. Zowel justitie als de veroordeelde ging in beroep.

Gisteren poogde justitie het gerechtshof ervan te overtuigen dat er sprake is van moord. C. ging met een vleesmes op zak van huis naar de school en heeft bijvoorbeeld wegens het verzet van Jesse alle tijd gehad zich te bezinnen, betoogde advocaat-generaal J. Brughuis. C. weigerde mee te werken aan een psychologisch onderzoek van het Pieter Baan Centrum. Op basis van eerdere onderzoeken meent justitie dat hij kampt met een persoonlijkheidsstoornis. Daarom is hij verminderd toerekeningsvatbaar en dat maakt een behandeling in een tbs-kliniek noodzakelijk. Brughuis gaf het gerechtshof ook een levenslange celstraf zonder behandeling in overweging.

De verdachte voerde gisteren voor het gerechtsof in ’s-Hertogenbosch zijn eigen verdediging. C. blijft zijn betrokkenheid hardnekkig ontkennen, sprak alle getuigenverklaringen tegen en meent dat hij moet worden vrijgesproken. Het onderzoek van politie en justitie laat twijfels bestaan, las hij voor uit zijn handgeschreven pleidooi. Bovendien benadrukte C. dat op het gevonden mes geen bruikbare sporen zijn gevonden. Volgens hem is sprake van een juridische dwaling. „Ik zit hier als zondebok.”

Het hof doet op 26 februari uitspraak.