Bijna op de been na aanrijding Arkel
GORINCHEM - De wonden zijn nagenoeg geheeld. Een enkeling loopt nog op krukken. De aanrijding van twaalf Gomarusleerlingen in Arkel laat echter nog altijd z’n sporen na. De oorzaak blijft in nevelen gehuld.
De schrik is groot. Een 45-jarige automobiliste uit Gorinchem schept op 14 september 2007 om één minuut voor acht ’s morgens een groep fietsers op de Vlietskade in Arkel. De auto en enkele jongeren belanden in de sloot. Binnen 25 minuten zijn tien ambulances en twee traumaheli’s ter plekke om hulp te verlenen.Zaterdagmiddag organiseerde de reformatorische school in Gorinchem een besloten bijeenkomst voor de betrokken leerlingen en hun ouders om de ingrijpende gebeurtenissen af te sluiten. Pakweg honderd mensen namen plaats. Politie, brandweer, ambulancepersoneel, de burgemeester, een officier van justitie. Eén leerling was verhinderd.
Joanne Klok en Sandra de Stigter kijken terug op „een waardevolle” bijeenkomst. „De mensen van de hulpdiensten gaven een goede toelichting. Nu weet je tenminste hoe het allemaal is verlopen vanaf het allereerste moment”, vertellen Joanne en Sandra. „Een ambulancebroeder vond het heel bijzonder ons weer terug te zien. De man wist nog precies wie wie was, waar wij op de plaats van het ongeluk lagen en welke verwondingen we hadden.”
Onderzoek van de technische recherche heeft geen nieuw licht op de zaak geworpen. De vrouw zou niet te hard hebben gereden en niet onder invloed van alcohol of drugs zijn geweest. „De politie kan niet precies vertellen hoe hoog de snelheid van de vrouw was. Niet hoog in ieder geval. Misschien reed ze net iets te hard voor de gevaarlijke situatie op die plek.” Vermoedens dat de automobiliste achter het stuur heeft zitten bellen, blijken niet te kloppen. „De vrouw heeft wel twee minuten voor het ongeluk nog mobiel gebeld.”
De Gomarusleerlingen liggen er niet wakker van dat ze de precieze oorzaak nooit te weten zullen komen. „Je kunt wel blijven onderzoeken, maar je komt er toch niet achter.” Ook na deze afsluitende bijeenkomst kunnen ze nog geen punt zetten achter het voorval. Joanne moet binnenkort opnieuw worden geopereerd om een plaat in haar been en een pin in haar arm te laten verwijderen. „Ik loop nog mank.”
Sandra kan zich alweer „bijna” zonder krukken uit de voeten maken. „Als ik lange stukken moet lopen, pak ik nog stiekem m’n krukken.” Tot 1 maart rijdt ze mee met het busje dat de gemeente heeft ingezet om aangereden leerlingen naar school te brengen. Af en toe stapt ze al op de fiets. „Alleen als de wind goed staat.”
Alle slachtoffers hebben zaterdag een brief meegekregen van het arrondissementsparket in Dordrecht. De automobiliste moet 17 maart om 14.00 uur op het gemeentehuis van Gorinchem voor de kantonrechter verschijnen. Joanne en Sandra overwegen beide naar de rechtzaak te gaan. „Ik wil die vrouw wel eens zien.” Beetje nieuwsgierig is ze wel. „Ik wil weten hoe het afloopt.” Spijbelen lijkt voor het bezoek aan de rechtbank niet nodig. „Waarschijnlijk krijgen we wel vrij.”
De vrouw krijgt mogelijk een boete of een werkstraf. „Voor mijn part krijgt ze niks”, zegt Sandra stellig. „De vrouw is al genoeg gestraft. Ze houdt dit haar hele leven bij zich. Ze kon er ook niets aan doen. Ze was ook liever veilig op haar werk aangekomen.” Joanne heeft de vrouw een kaart gestuurd en een kaart teruggekregen. De automobiliste heeft ook een brief naar school gestuurd. „Ik ben niet boos op haar, ben ook nooit boos geweest. De vrouw zal het echt niet expres hebben gedaan.”