Nederlandse anti-overnamecultuur ontsnapt aan EU-wet
De constructies waarmee Nederlandse bedrijven zichzelf beschermen tegen vijandige overnames, vallen deels buiten de voorstellen van EU-commissaris Bolkestein (Interne Markt), die de aandeelhouder meer macht wil geven bij de verkoop van het bedrijf.
„Het Nederlandse systeem van bescherming is het meest ontwikkelde van Europa. Het is een draak met vele koppen: certificering van aandelen, preferente aandelen, prioriteitsaandelen. Het is moeilijk om in een richtlijn met een algemene strekking de Nederlandse situatie aan te pakken”, zegt een hoge functionaris van de Europese Commissie vrijdag.
In Nederland hebben veel beursgenoteerde bedrijven regeltjes ingebouwd die de directie de macht geven om een overnemer buiten de deur te houden, ook als die een bod doet dat de aandeelhouders behaagt. Bolkestein wil dat de aandeelhouders, die immers de eigenaren zijn, het laatste woord krijgen. Hij heeft zich gebaseerd op ideeën van prof. Jaap Winter, die pleit voor één-aandeel-één-stem. Wel heeft hij veel wijzigingen aangebracht.
„Winter had een vrij radicale oplossing. Er zit een verschil tussen iets te wensen en te realiseren”, aldus de ambtenaar.
Bolkestein laat in zijn voorstel de certificering van aandelen, een typisch Nederlandse methode, ongemoeid. Certificering wil zeggen dat alle aandelen in handen zijn van een administratiekantoor, waarvan het bestuur bevriend is met de directie van de vennootschap. Dat kantoor geeft certificaten (zonder stemrecht) uit. Een certificaathouder is geen aandeelhouder, legt de ambtenaar uit, en profiteert dus niet van de richtlijn.
Sinds kort zijn bij alle bedrijven de certificaten inwisselbaar voor aandelen, al is dat vaak financieel onvoordelig voor de belegger. Meestal onder een beperkende voorwaarde: hoeveel certificaten iemand ook heeft, hij krijgt hooguit 1 procent van de stemmen op de aandeelhoudersvergadering. Die beperking gaat wel aan diggelen door Bolkesteins voorstel.
Veel zal dat in de praktijk niet uitmaken, erkent de functionaris. Een directie die een overnemer wil frustreren, roept een vergadering bijeen om een verdedigingsmuur op te trekken, zoals de voorstellen voorschrijven. Gegeven de doorgaans zeer magere opkomst, heeft het bevriende administratiekantoor de meerderheid, zelfs wanneer alle aanwezigen hun certificaten hebben omgewisseld. Zo kan de directie eenvoudig doordrukken dat nieuwe aandelen worden geplaatst bij een bevriende stichting. Precies wat al jaren gebeurt. Overigens kunnen niet-gecertificeerde bedrijven niet langer dit soort maatregelen nemen.
„Wij hebben ons voorstel niet zo gemaakt om Nederland erbuiten te laten,” verzekert de functionaris, „maar het is gewoon heel moeilijk.”
Ook de preferente aandelen zonder stemrecht blijven bestaan. Wel pakt Bolkesteins voorstel de prioriteitaandeelhouders aan. Ze raken de macht om bestuurders aan te wijzen kwijt. Zodra de overnemer de meerderheid van de aandelen heeft, moet hij bestuurders kunnen aanwijzen.
In artikel 11 van zijn voorstel zegt Bolkestein welke beschermingsconstructies hij ronduit verbiedt: beperking van het recht om de aandelen te verkopen en het gunnen van stemrecht uitsluitend aan beleggers die al lange tijd aandelen hebben. Beide komen in Nederland niet voor.
Veel situaties zijn niet aan te pakken, legt de ambtenaar uit. „Wij kunnen de democratie niet veranderen. De meeste vennootschappen kennen geen gespreid aandelenbezit.” Hij bedoelt daarmee dat veel Duitse bedrijven in handen zijn van enkele investeerders of banken, die samen de meerderheid hebben.
Dan is er de kwestie van het meervoudig stemrecht, dat Bolkestein ongemoeid laat. In Scandinavië en Frankrijk houden de oprichtersfamilies zo de touwtjes in handen. Veel europarlementariërs protesteren tegen deze ongelijke behandeling, maar aanpakken is volgens de Commissie juridisch niet mogelijk. Bovendien, zegt de functionaris, zou de EU-ministerraad tegenstribbelen.
„Je kunt geen tekst schrijven die alle beschermingsconstructies verbiedt”, zegt hij. „Het gaat om de mentaliteit. Daarom is artikel 10 zo belangrijk.” Dat schrijft voor dat alle constructies uitdrukkelijk gemeld moeten worden. „Die transparantie heeft een bewezen afschrikwekkend effect op de onderneming.”