Tijd is rijp voor ’s werelds grootste religie-instituut
AMSTERDAM - Het grootste onderzoeksinstituut ter wereld voor de studie van religie, cultuur en samenleving wordt morgen aan de Vrije Universiteit (VU) geopend. De tijd is er rijp voor, zegt prof. dr. M. Brinkman, de nieuwe directeur van het VU-Institute for the Study of Religion (Visor).
Prof. Brinkman is hoogleraar interculturele theologie en directeur van het International Reformed Theological Institute (IRTI) in Amsterdam, gevestigd aan de VU. Hij gaat in deeltijd leidinggeven aan Visor, een samenwerkingsproject van de faculteiten letteren, wijsbegeerte, godgeleerdheid en sociale wetenschappen.Het managementteam bestaat uit de hoogleraren Fred van Lieburg (letteren), Birgit Meyer (sociale wetenschappen), Henk Vroom (godgeleerdheid) en Ad Verbrugge (wijsbegeerte).
Doel van Visor is de bestudering van de publieke rol van religie in heden en verleden, zegt prof. Brinkman. „Het instituut onderzoekt religie vanaf de oud-Egyptische en Bijbelse tijd tot aan de dag van vandaag. De spits van het onderzoek is niet alleen gericht op religie als zodanig, de inhoud ervan en de heilige boeken, maar evenzeer op haar relatie met cultuur en samenleving. Een ander trefwoord van Visor is transformatie: het onderzoek naar de verandering van religie door de tijden heen.”
Dat religie in is, is niet zomaar een slogan, vindt prof. Brinkman. „Om het ouderwets met Miskotte en andere tijdgenoten te zeggen: het past in het huidige tijdsgewricht. De tijd van het rationalisme en het pragmatisme is voorbij, het antwoord van het postmodernisme heeft niet geleverd wat men zocht. Het postmodernisme heeft het leven alleen maar gefragmentariseerd, zonder de diepere lagen van het leven aan te boren.”
Ook mensen die geen levensbeschouwelijke achtergrond hebben, beseffen de urgentie en relevantie van religie in de deze tijd, aldus prof. Brinkman. „Als de Franse president Sarkozy openlijk de vraag oproept of de overheid de opleiding van imams niet zou moeten steunen, is er heel wat aan de hand. In een land dat zo gestempeld is door de verlichting, is dat vloeken in de kerk. Het laat zien dat de scheiding tussen kerk en staat zelfs daar ter discussie staat.”
Leerstoelen
Binnen Visor stelt de VU twee nieuwe leerstoelen in. De eerste -voltijd- leerstoel zal zich onder meer richten op thema’s als ”westerse islam”, ”islam en democratie” en ”islam en minderhedenrecht”. De tweede leerstoel -halftijds- gaat onder het motto van ”volksreligie” aandacht besteden aan nieuwe vormen van religiositeit, los van de klassieke religieuze instituties.
De twee leerstoelen zullen bij de faculteit van sociale wetenschappen worden ondergebracht. De faculteit heeft deze maand een verzoek tot instelling van deze leerstoelen bij het college van bestuur ingediend. Men hoopt dat de voordrachten tot bemensing voor de zomer van dit jaar ingediend kunnen worden.
Meer dan honderd wetenschappers uit de vier faculteiten zullen hun onderzoekstijd onderbrengen bij het instituut. Met een te investeren onderzoekstijd van ongeveer veertig formatieplaatsen wordt Visor meteen een van de grootste onderzoeksinstituten ter wereld op het gebied van religie.
Voor een periode van vier jaar is er jaarlijks 140.000 euro voor aio- en/of postdocaanstellingen beschikbaar. Ook deze benoemingen moeten voor de zomer gerealiseerd zijn. Die voorstellen zullen vooral beoordeeld worden op „hun innovatieve en interdisciplinaire karakter”.
Bundeling
Visor moet samenhangende programma’s van het over de hele VU verspreide religieonderzoek zichtbaar maken, zo luidt de doelstelling. Dat betekent concreet dat het bestaande centrum voor Nederlandse religiegeschiedenis ReLiC, in 2002 opgericht door de VU-historici Joris van Eijnatten en Fred A. van Lieburg, inmiddels opgeheven is, of liever gezegd: opgaat in Visor.
Van Eijnatten is recent benoemd tot hoogleraar cultuurgeschiedenis aan de VU. Van Lieburg, hoogleraar geschiedenis van het Nederlandse protestantisme aan de VU, gaat een van de projecten van Visor leiden, te weten: ”Religieuze dynamiek: tradities, transformaties en identiteiten”. In dit programma werken zo’n dertig Bijbelwetenschappers en (kerk)historici samen.
”Dutch Bible Belt Culture” is een subproject over de geschiedenis van de reformatorische zuil. Het zal zich richten op de vraag hoe een „door een strikte levensstijl en een ervaringsgericht geloofsbegrip gestempelde godsdienst” zich heeft ontwikkeld binnen de Nederlandse samenleving. Thema’s die aan de orde komen, zijn wereldbeeld, leiderschap, politiek en levensstijl bij de bevindelijk gereformeerden.
De nieuwe onderzoeksinstituten aan de VU zijn primair bedoeld om bestaand onderzoek kwalitatief en kwantitatief te versterken. Aan de oprichting van interfacultaire onderzoeksinstituten ligt duidelijk de gedachte van de meerwaarde van interdisciplinariteit ten grondslag.
Visor wil ook een brug slaan van de theologie naar de bèta- en de medische wetenschappen, zegt prof. Brinkman. Hij verwijst naar discussies over Intelligent Design, het debat over schepping en evolutie bij de islam, maar ook de verhouding van religie tot psychologie en rechten.
Prof. Brinkman benadrukt het brede karakter van Visor. Hij betrekt daarbij de hele theologische faculteit van de VU. Studenten uit de pinksterkerken, de Protestantse Kerk, de Hersteld Hervormde Kerk, maar ook uit antroposofische en islamitische kring; ze hebben allen een plek gekregen binnen de ene faculteit der godgeleerdheid.
Brinkman: „Onze formule is een oecumenische faculteit. Dat wil niet zeggen dat we op zoek zijn naar de grootste, grijste gemene deler, maar dat iedereen volop in zijn traditie kan blijven. We stellen wel één voorwaarde: dat men in gesprek gaat met andersdenkenden. De universiteit is een publieke gemeenschap waar plaats is voor iedereen.”