Kerk & religie

Kritiek op bevindelijk achteruitgangsgeloof

AMSTERDAM - Bevindelijk gereformeerden richten zich sterk op het persoonlijk heil. Gaat dat niet ten koste van het gemeenschapsbesef? Die vraag stelde historicus dr. J. Exalto woensdagavond in Amsterdam tijdens een bijeenkomst van het CSFR-dispuut Amstelodamense. Hij sprak over de realisering van het Koninkrijk en de waarde van de bevindelijk gereformeerde traditie.

7 February 2008 10:16Gewijzigd op 14 November 2020 05:31

Gerichtheid op het persoonlijk heil is een goed punt, aldus Exalto. „Een existentiële gerichtheid is nodig.”Tegelijkertijd signaleert hij een zekere scheefgroei. „De betekenis van de kerk als gemeenschap wordt in deze kring onderschat.”

Exalto, die zelf tot de bevindelijk gereformeerde kring behoort, uitte kritiek op het „bevindelijke achteruitgangsgeloof.” Hiermee doelde hij op bevindelijk gereformeerde leidslieden die stellen dat het vroeger beter was.

Exalto haalde de negentiende-eeuwers Ledeboer en Fransen aan, die de rechterflank van de gereformeerde gezindte sterk beïnvloed hebben. Zij verlangden terug naar de tijd van de Republiek. „Die tijd werd in hun hoofden tot een gouden eeuw van godzaligheid. Echter, het bevindelijke achteruitgangsgeloof vindt zijn oorzaak in een terugverlangen naar situatie die nooit bestaan heeft.”

Oordeel
Exalto stelde dat de nadere reformatoren Koelman en Van Lodenstein al negatief over het geestelijk gehalte van hun tijd oordeelden. Ze waarschuwden dat de afval van God zou resulteren in een goddelijk oordeel over de zonde van land en volk. Bij Van der Groe, die de bevindelijk gereformeerden sterk heeft beïnvloed, is dat goddelijk oordeel een realiteit geworden. Hoop op spiritueel herstel was afwezig. Exalto: „Als het echt zo veel slechter is geworden, zou het nu wel heel vreselijk zijn.”

Voor de historicus was het een „opfrisser” om te lezen wat Calvijn over het Koninkrijk heeft geschreven. De Geneefse reformator maakte een onderscheid tussen ”reeds” en een ”nog niet”. De bevindelijk gereformeerden leggen sterke nadruk op het ”nog niet”. Exalto: „Het gericht zijn op de overdenking van het toekomende leven betekent niet dat de spanning tussen het ”reeds ” en het ”nog niet” is opgeheven. Het heil is present in Christus. De huidige wereld in de gestalte van het ”nog niet” is niet leeg en van Gods bemoeienis verstoken, want de mens leeft in twee werelden.”

Positief bij Ledeboer en Fransen vindt hij dat de godsdienst bij hen niet veruitwendigd was. „Zij doordringen ons ervan dat de noties van zonde, de wraak van God en het naderende oordeel niet door hen zijn verzonnen maar in de Bijbel staan. Hun nadruk op ”nog niet” en ”hier niet” kan ons misschien helpen om het van de andere kant zo veel benadrukte ”reeds” in balans te brengen.”

Verliezers
Exalto begrijpt de klachten over het „heden” wel. De publieke orde ten tijde van Ledeboer werd niet meer formeel door de gereformeerde belijdenis gefundeerd. Bovendien waren de bevindelijken de verliezers van het moderniseringsproces, ook mentaal. Ze verlangden terug en moderniseerden niet mee.

De bevindelijk gereformeerden in de negentiende eeuw hebben, aldus Exalto, een fout gemaakt door te weigeren de pluriformiteit van het maatschappelijk bestel te accepteren. Het was beter geweest om die uit te buiten en een plaats voor zichzelf op te eisen, zei hij. Volgens hem moeten bevindelijk gereformeerden opkomen voor de eigen rechten en daarbij eventueel gebruikmaken van (tijdelijke) bondgenootschappen.

Exalto ziet de voordelen van een eigen zuil wel in, maar tegelijkertijd signaleert hij het gevaar van veruitwendiging van de godsdienst. Bestaande rolpatronen kunnen zo het Koninkrijk in de weg staan. Hij pleit voor het behoud van een basiszuil, bestaande uit de kerken en scholen. De rest is bijzaak, vindt hij.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer