Eurlings wil niet helemaal af van BPM
DEN HAAG (ANP) – De BPM–belasting die bij de aanschaf van een auto moet worden betaald, verdwijnt mogelijk niet helemaal. Verkeersminister Eurlings liet woensdag in de Tweede Kamer de mogelijkheid open dat de BPM voor een deel, voor 10 tot 15 procent, intact blijft.
Eurlings’ eigen CDA eist volledige afschaffing van de belasting (nu 42,3 procent van de aanschafprijs), maakte fractiewoordvoerder Ger Koopmans eerder in het debat duidelijk. Koopmans voorspelde dat anders de steun voor de kabinetsplannen voor een kilometerheffing vanaf 2011 verdwijnt.Volgens de minister moet de afschaffing van de BPM worden afgewogen tegen de effecten op de overheidsfinanciën en het milieu. De PvdA wil er ook niet helemaal van af, wegens de grote risico’s voor de schatkist. De BPM–inkomsten bedroegen vorig jaar circa 3,4 miljard euro en stijgen dit jaar naar ongeveer 3,6 miljard.
Het kabinet wil de heffing als eerste in 2011 invoeren voor het vrachtverkeer, vanaf 2012 volgt geleidelijk het personenvervoer De vervoersbranche vindt dat onlogisch en voorspelt dat de files niet afnemen.
De minister weersprak de vrees voor een nieuwe provinciale belasting. De provincies verliezen straks meer dan een miljard euro aan inkomsten als de motorrijtuigenbelasting en daarmee de provinciale opcenten verdwijnen. Ze willen compensatie in de vorm van bijvoorbeeld een ingezetenbelasting. Eurlings wil daar net als de Tweede Kamerfracties niets van weten. Hij herhaalde dat de lasten voor de burger niet mogen stijgen in de nieuwe situatie: „Er komt geen dubbele belasting”.
Volgens Eurlings is de transportsector al gewend met de ingewikkelde apparatuur te werken. Duitsland kent al een paar jaar Maut, een tolheffing voor trucks. Frankrijk en de Benelux bereiden bovendien een heffing voor het vrachtverkeer voor.
Volgens Eurlings zal het personenvervoer niet ontkomen aan de heffing. Hij zei dat hij er één wet komt voor de invoering ervan en voor de aanbesteding van het systeem.