„Meer daadkracht nodig bij medische ethiek”
DEN HAAG - SGP-fractievoorzitter Van der Vlies is op onderdelen teleurgesteld over de kabinetsbrief medische ethiek die de Tweede Kamer donderdag bespreekt. Hij ziet positieve aanzetten, maar hoopt dat de concrete uitwerking snel en daadwerkelijk uit de verf komt.
Tijdens de kabinetsformatie van vorig jaar maakte de ChristenUnie tijdens de onderhandelingen een stevig punt van de medisch-ethische thema’s. De doelstelling van partijleider Rouvoet en zijn medeonderhandelaar Slob was om door middel van preventiemaatregelen de vraag naar abortus en euthanasie terug te dringen. In september vorig jaar stelde het kabinet de beleidsbrief vast. Vijf maanden later debatteert de Kamer erover.Wat vindt u goed in de beleidsbrief?
Van der Vlies: „Een aantal punten uit de brief is ronduit positief. Ik ben blij dat er een verbod blijft op het speciaal kweken van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek. Ook de aangekondigde onderzoeken naar de psychosociale gevolgen van abortus en naar de invulling van de noodsituatie in de abortuswetgeving stemmen mij tevreden. Overigens had het vorige kabinet hiertoe ook al een aanzet gegeven. Het kabinet wil ook geen experimenten met de pil van Drion voor mensen die zeggen levensmoe te zijn.
Extra geld voor palliatieve zorg is uiteraard ook een uitstekend voornemen - hoewel ook niet helemaal nieuw. Tot slot is het goed dat er meer wetenschappelijk onderzoek gaat plaatsvinden naar en met adulte stamcellen in plaats dat er voor dit doel embryo’s worden gekloneerd.”
Wat vindt u minder geslaagd?
„Ondanks alle mooie woorden blijft dit kabinet in de praktijk helaas uitgaan van het zelfbeschikkingsrecht van de mens. De verantwoordelijke staatssecretaris, mevrouw Bussemaker van de PvdA, heeft zelf herhaaldelijk beklemtoond en uitgedragen dat de vrouw beslist bij een abortus. Van een staatssecretaris met zo’n instelling is wat betreft de bescherming van het leven niet veel te verwachten. Dat stelt teleur.
Daarom hoop ik donderdag ook een kritische vinger te leggen bij de nadruk die de abortuslobby legt op het vermeende afdwingbaar recht op een abortus. Wie de wetgeschiedenis kent, weet dat dit onjuist is. De arts moet ook toestemming geven.
Weliswaar komt de overtijdbehandeling onder de abortuswet te vallen, maar de bedenktermijn wordt zo flexibel dat deze in de praktijk niets voorstelt. Het vorige kabinet, met daarin D66, ging nog uit van een bedenktermijn van vijf dagen, net als bij een gewone abortus.”
Wat is uw algemeen oordeel over de beleidsbrief?
„Ik zie een aantal plussen en een aantal minnen. Ik zou graag willen dat het kabinet meer daadkracht laat zien om de plussen te verwezenlijken. Het is allemaal wel erg behoedzaam geformuleerd. Ze neemt er allemaal ruim de tijd voor. Het kabinet moet juist op deze punten doortastender optreden. Het moet er wel een keer van gaan komen. De uitdaging is nu spijkers met koppen te slaan.”
Wat vindt u van de inbreng van de CU op dit terrein?
„Ik zou graag zien dat de keer ten goede die de ChristenUnie wenst ook daadwerkelijk komt. Het is nu nog te vroeg voor een definitief oordeel; dit kabinet heeft nog een kleine drie jaar te gaan. In die drie jaren moet er nog heel wat gebeuren, wil het kabinet werkelijk het verschil maken.”