Buitenland

Hevige strijd in hoofdstad Tsjaad

N’DJAMENA – In de Tsjadische hoofdstad N’Djamena is zondag zwaar gevochten tussen rebellen en het leger dat loyaal is aan president Idriss Déby. Dat heeft een woordvoerder van het Franse leger in Tsjaad, kapitein Christophe Prazuck, gezegd.

Buitenlandredactie
4 February 2008 06:57Gewijzigd op 14 November 2020 05:31
Tsjadische rebellen in het oosten van Tsjaad. Foto EPA.
Tsjadische rebellen in het oosten van Tsjaad. Foto EPA.

De rebellen schoten volgens hem met machinegeweren en granaatwerpers en het leger zette gevechtshelikopters in. De rebellen claimden dat zij het paleis van de president hadden omsingeld en dat Déby geen kant op kon. Volgens de Franse woordvoerder was de uitkomst van de strijd echter nog allerminst zeker. De minister van Buitenlandse Zaken van Tsjaad, Amad Allam–Mi, meldde zondagavond in Ethiopië in een vraaggesprek met de Franse radio RTI dat de strijd in het voordeel van het regeringsleger was beslist.

De bewindsman zei dat de regeringsgetrouwe troepen de rebellen uit de stad hebben verdreven. Zegslieden van de opstandelingen brachten echter naar voren dat ze slechts tijdelijk zijn teruggetrokken van de posities die ze zondag hadden veroverd om de bevolking in staat te stellen zich uit de voeten te maken.

De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties kwam zondag in spoedzitting bijeen. VN–secretaris–generaal Ban Ki–moon liet een verklaring uitgaan waarin hij zijn bezorgdheid uitsprak.

Rebellen zeiden zondagavond de Oost–Tsjadische plaats Adre onder de voet te hebben gelopen, bij de grens met de Sudanese regio Darfur. Het plaatselijke garnizoen werd in de loop van de dag verslagen, zei een rebellenwoordvoerder. Het bericht kon niet door onafhankelijke bron worden bevestigd en werd door het regeringsleger tegengesproken. Volgens de regering is de aanval afgeslagen. De Tsjadische generaal Mahamat Ali Abdallah Nassour wees met de beschuldigende vinger naar Sudan. Volgens Nassour waren Sudanese troepen betrokken bij de aanval op Adre en hij sprak van een ‘oorlogsverklaring’. Het Sudanese ministerie van Buitenlandse Zaken ontkende zondag iedere betrokkenheid.

Na een bliksemsnelle opmars van drie dagen bereikten de rebellen vrijdag de hoofdstad. Ruim duizend strijders stroomden zaterdag door de straten van N’Djamena, waar zij op het leger stuitten. Zondagmorgen werden de gevechten na een relatief kalme nacht weer hervat, zei een rebellenwoordvoerder. Een buitenlandse werknemer van een hulporganisatie zei dat in de stad enorme chaos heerst. De straten liggen bezaaid met lijken en als het geweld even afneemt, grijpen plunderaars hun kans om in winkels in te breken, zei hij.

De Franse minister van Defensie Hervé Morin zei zondag voor de radio dat Déby de beschikking heeft over minstens twee– tot drieduizend soldaten in de hoofdstad. De gebeurtenissen van zondag zijn van doorslaggevend belang, zei hij. Frankrijk heeft in Tsjaad, een van zijn vroegere koloniën, 1.400 militairen gelegerd, waarvan het leeuwendeel in N’Djamena. Het is nog onzeker of de Fransen de wapens zullen oppakken om de gevechten een halt toe te roepen, omdat zij daarmee een vredesmissie van de Europese Unie, die door de onrust in Tsjaad al vertraging oploopt, in gevaar kan brengen.

Volgens de Zuid–Afrikaanse militaire analist Henri Boshoff is Frankrijk onlangs opgehouden de Tsjadische regering door middel van verkenningsvluchten van strategische informatie te voorzien, waardoor de opmars van de rebellen mogelijk is onderschat. De Franse president Nicolas Sarkozy heeft aangekondigd dat hij, anders dan zijn voorganger Jacques Chirac, de corrupte regimes van de voormalige koloniën in Frankrijk niet langer de hand boven het hoofd wil houden.

De Libische leider Moammar Gadhafi en president Denis Sassou–Nguesso van Congo–Brazzaville zijn door de Afrikaanse Unie aangewezen als bemiddelaars. Het bericht van het Libische persbureau JANA dat rebellenleider Mahamat Nouri een wapenstilstand met Gadhafi was overeengekomen, werd zondag door de rebellen ontkracht.

De rebellen, een alliantie van drie verschillende groepen, bereikten de hoofdstad in ongeveer 250 vrachtwagens. Ze komen vanuit de richting van de Sudanese grens, ruim achthonderd kilometer ten oosten van N’Djamena. Onder hen is ook de neef van president Déby, Timan Erdimi. De rebellen beschuldigen de president van corruptie en zeggen dat hij de Zaghawa’s, zijn stamgenoten die in Sudan in opstand zijn gekomen, links laat liggen.

De recente ontdekking van aardolie was de spreekwoordelijke olie op het vuur van de machtsstrijd in Tsjaad. De serie opstanden begon in 2005 in het oosten van het land. In april 2006 mislukte een aanval van rebellen op N’Djamena.

Déby kwam in 1990 via een opstand aan de macht. Sindsdien heeft hij verkiezingen gewonnen, maar die werden algemeen als oneerlijk afgedaan. Niettemin bracht Déby een mate van rust, na drie decennia van burgeroorlog en een invasie door Libië. Hij raakte de afgelopen tijd steeds meer gesoleerd. Sommige van zijn familieleden hebben zich aangesloten bij de huidige opstand.

Leiders van de Afrikaanse Unie, op dit moment bijeen op een top in Ethiopië, lieten weten de rebellen niet te erkennen als de legitieme leiders van Tsjaad, mocht de opstand slagen. Tsjaad zal in dat geval uit de AU worden gegooid tot de democratie en de normale gang van zaken in ere zijn hersteld.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer