Niet alleen verschillende regelgeving belemmert het samen aanpakken van grensoverschrijdende rampen of crises, aldus de commissie. Vooral de communicatie loopt mis. Zo kunnen de beide verbindingssystemen C2000 in Nederland en Astrid in België niet aan elkaar worden gekoppeld. Daardoor kunnen hulpverleners van beide landen niet rechtstreeks met elkaar communiceren. „We leggen noodgedwongen via de meldkamer een telefonisch lijntje", zei een woordvoerster van de politie Limburg Noord.Een woordvoerder van de brandweer verwees in dit verband naar een grote oefening in de tunnel van de A73-Zuid anderhalve maand geleden in Roermond, waaraan ook Duitse hulpverleners deelnamen. „Daar ging van alles mis omdat de communicatie niet goed ging". Wel nemen de officieren van dienst van de brandweer altijd enkele extra C2000-portofoons mee die ze bij grensoverschrijdende calamiteiten aan Duitse of Belgische collega’s lenen.

Maar het blijft ploeteren. „Om die reden onderschrijven wij het streven van minister Ter Horst om knelpunten in de grensoverschrijdende samenwerking tussen Nederland en Duitsland aan te pakken", zei de woordvoerder. Grenzen mogen geen onnodig obstakel meer vormen, liet de minister van Binnenlandse Zaken vrijdag weten.

De politie maakt bij calamiteiten gebruik van een zogenoemd Korte-Termijn-Schengen-kanaal (KTS). Dat is een noodgreep om enige communicatie over de grenzen mogelijk te maken. „Maar in de praktijk praten we met elkaar via een telefoonlijntje met de meldkamers", zei een woordvoerster.

Nog afgezien dat men niet rechtstreeks met elkaar kan praten, ook het ontbreken van eenheid van bevel bij grensoverschrijdende rampen en crises frustreert, aldus de commissie. Daardoor is er onduidelijkheid over verantwoordelijkheid en leiderschap bij de gezamenlijke hulpverlening. De commissie zal oplossingen formuleren en voordragen aan de ministers.

Politie en brandweer konden nog niet zeggen of, waar en wanneer het in het verleden misging met de samenwerking.