Bijna helft huizen niet energiezuinig
UTRECHT - Van de ruim 64.000 huizen die inmiddels van een energielabel zijn voorzien, valt bijna de helft in de laagste E-, F- of G-categorieën. Bij de overgrote meerderheid gaat het om huurwoningen.
Dat blijkt uit cijfers die SenterNovem maandag desgevraagd verstrekte.Bijna 30.000 huizen hebben een E-, F- of G-label. Nog eens 14.500 huizen dragen een D-certificering. „Alles hoger dan D is absoluut niet energiezuinig te noemen”, stelt het agentschap van het ministerie van Economische Zaken.
Dit jaar zijn al bijna 12.000 energielabels uitgegeven, zo blijkt uit het onderzoek van SenterNovem in opdracht van het ministerie van VROM. De energielabels zijn per 1 januari verplicht voor mensen die hun huis willen verkopen of verhuren.
Bij het totale aantal woningen dat nu is voorzien van een energielabel gaat het om ruim 13.000 koopwoningen en bijna 51.000 huurwoningen. De huurwoningen zijn veelal in bezit van woningcorporaties. Die lopen voor in het voorzien van hun woningen van het verplichte label. Woningeigenaren maken nu een inhaalslag.
Wat opvalt is dat huizen uit de bouwperiode 1960-1975 verreweg het vaakst in de slechtste energiecategorieën vallen, oftewel categorie F of G. Het A-label, dat gegeven wordt aan de meest energiezuinige huizen, is er vooral voor woningen uit de bouwjaren 1996-2005. In totaal zijn 1316 A-labels uitgedeeld.
Volgens Minister Vogelaar (Wonen) toont het grote aantal energieslurpende huizen aan dat er nog een wereld te winnen valt. Woensdag ondertekent zij met collega-ministers een convenant over energiebesparing met vertegenwoordigers van de bouw-, installatie- en energiesector. Het doel van het kabinetsplan is dat in 2011 een half miljoen woningen en bedrijfsgebouwen energiezuiniger zijn gemaakt.
De Vereniging Eigen Huis (VEH) zegt sinds de verplichte invoering dit jaar geen klachten te hebben gehad over de labels. Op voorhand zag de vereniging wel knelpunten in de certificering, omdat de VEH geen vertrouwen had in de adviseurs die de labels moeten uitgeven. Verder miste ze een klachtenregeling en de mogelijkheid voor de consument om de adviseur te controleren.
„We krijgen er wel veel vragen over”, zegt woordvoerder De la Porte van de VEH. De meest gestelde vraag van mensen is wat er gebeurt als zij het label niet aanschaffen. Weinig, is het antwoord, want er staan geen sancties op.
Het verbaast De la Porte niet dat de huizen uit de periode 1960-1975 zo slecht beoordeeld worden. „In die tijd moest er vooral veel en snel gebouwd worden. Er was geen aandacht voor isolatie.” De VEH-voorman geeft toe dat de labels deze materie wel heel inzichtelijk maken.
Overigens is het label niet nodig voor nieuwbouwhuizen die gebouwd zijn in 1998 en later.