Aantal ivf-baby’s sterk gestegen
AMSTERDAM - Het aantal ivf-behandelingen in Nederland is in tien jaar tijd met ruim 40 procent gestegen. De kans op een voldragen zwangerschap na reageerbuisbevruchting nam toe van 17,6 procent in 1996 tot 24,4 procent in 2005.
Dat blijkt uit cijfers die het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde (NTvG) zaterdag presenteert. Behalve de resultaten van tien jaar ivf-behandelingen publiceert het tijdschrift de cijfers van de twaalf Nederlandse ivf-centra over 2006. Het ’succespercentage’ steeg in 2006 verder naar 25,9 procent. Het academisch ziekenhuis Maastricht scoort het hoogst met ruim 32 procent voldragen zwangerschappen.Uit het onderzoek van het NTvG blijkt dat het aantal ivf- behandelingen toenam van 11.000 in 1996 tot 15.000 in 2005. Ook stegen de zwangerschapspercentages, verdubbelde het aandeel van behandelingen met ingevroren en ontdooide embryo’s, zogeheten cryobehandelingen, en daalde het aantal meerlingen, vermoedelijk doordat er minder embryo’s worden teruggeplaatst in de baarmoeder.
De groei is vooral te danken aan een toename van het aantal behandelingen met icsi, een methode waarbij een zaadcel rechtstreeks met een pipet in de eicel wordt gebracht. Icsi wordt toegepast als de hoeveelheid goede zaadcellen van de man te klein is om spontaan een bevruchting tot stand te brengen.
Het aantal ivf-behandelingen bereikte een maximum in 2003. In 2004 en 2005 daalde het aantal met in totaal 5 procent, waarschijnlijk als gevolg van de overheidsmaatregel om de eerste cyclus niet meer te vergoeden. Deze maatregel is inmiddels teruggedraaid en vanaf januari 2007 worden er weer drie behandelcycli vergoed. In 2005 was 1 op de 43 pasgeborenen een ivf- of icsi-kind.
De Nederlandse ivf-cijfers zijn vergelijkbaar met die in andere Europese landen. Alleen in Scandinavië worden per 1 miljoen inwoners meer vruchtbaarheidsbehandelingen uitgevoerd. Het aandeel van ICSI ligt in Nederland onder het Europese gemiddelde.