PGGM uit belegging in Chinese oliereus
ZEIST (ANP) - PGGM, uitvoerder en vermogensbeheerder voor het pensioenfonds Zorg en Welzijn, beëindigt zijn belegging in de Chinese olie- en gasreus PetroChina wegens betrokkenheid bij mensenrechtenschendingen. Dat heeft PGGM vrijdag bekendgemaakt.
Moederbedrijf CNPC van PetroChina is volgens PGGM betrokken bij mensenrechtenschending in Sudan. Het Chinese staatsbedrijf CNPC is de grootste speler in de olie-industrie in Sudan. Het bedrijf is op die manier een belangrijke financier van de Sudanese regering, aldus PGGM.Rebellie in de Sudanese provincie Darfur escaleerde in 2003 en heeft inmiddels geleid tot de dood van naar schatting 200.000 mensen. De mensenrechten in Sudan worden volgens de Verenigde Naties „omvangrijk en systematisch” geschonden.
CNPC heeft zijn beursgenoteerde dochter PetroChina „organisatorisch afgescheiden van activiteiten in landen zoals Sudan”, aldus PGGM. „Deze constructie is bedoeld om het voor internationale investeerders mogelijk te maken te profiteren van de activiteiten die CNPC wereldwijd onderneemt, zonder dat zij hierdoor zichtbaar betrokken raken bij mensenrechtenschendingen.”
Volgens PGGM is onder meer door de grote overlap van eigendom tussen CNPC en PetroChina sprake van één partij. PGGM zegt de mensenrechtenschending in Sudan tevergeefs te hebben aangekaart bij PetroChina. Op basis van de gevoerde gesprekken is besloten de belegging stop te zetten, aldus PGGM.
PGGM heeft daarnaast de beleggingen in vier ondernemingen gestopt die betrokken zijn bij controversiële wapenhandel. „Bedrijven worden direct uitgesloten wanneer zij betrokken zijn bij de handel en productie van massavernietigingswapens en wapens die ook na een militair conflict nog burgerslachtoffers maken”, aldus PGGM in een toelichting. Het gaat om het Koreaanse Hanwha en de Amerikaanse beursgenoteerde bedrijven Goodrich, Edo en McDermott.
PGGM en pensioenfonds ABP kwamen in maart vorig jaar in opspraak na een tv-uitzending van Zembla waarin bleek dat zij geld staken in bedrijven die clusterbommen en landmijnen produceren. Onder druk maakten PGGM en ABP niet lang daarna bekend hun criteria voor beleggingen in de wapenindustrie aan te scherpen. PGGM benoemde vervolgens in december drie ethisch adviseurs, die het bedrijf helpen juiste beslissingen te maken als het gaat om maatschappelijk verantwoord beleggen.
PGGM, dat 88 miljard euro pensioenvermogen heeft belegd van ruim 2 miljoen (oud-)medewerkers in de sector zorg en welzijn, voert momenteel met enkele tientallen niet nader genoemde bedrijven een dialoog over de schending van mensenrechten.