Verburg schrijft in haar toekomstvisie -die woensdag verscheen- dat de veehouderij over vijftien jaar duurzaam moet werken, met oog voor mens en milieu waar ook ter wereld. LTO-voorzitter A. Maat plaatst kanttekeningen bij die termijn. De beoogde veranderingen op het gebied van milieubelasting en dierenwelzijn kunnen alleen worden bereikt als de overheid daarvoor geld beschikbaar stelt en als de markt meewerkt.Als het aan Maat ligt, gebruikt Verburg een deel van het Europees plattelandsfonds voor investeringen in verduurzaming van de veehouderij. Daarnaast moeten consumenten zorgen voor een afzetmarkt voor duurzaam geproduceerde producten. Dat vraagt volgens Maat om een ander koopgedrag van klanten in supermarkten.

De LTO-voorzitter wijst erop dat de Nederlandse veehouderij op het gebied van dierenwelzijn „al tot de wereldtop behoort.” De sector is al volop bezig met vernieuwingen. Het tempo waarin dat gebeurt, wordt overigens belemmerd door te veel bureaucratie en door de hinderlijke mestwetgeving, aldus Maat.

Milieudefensie vindt het „niet slim” dat Verburg in haar toekomstvisie zo sterk de nadruk legt op de belangrijke rol van de consument. „Ongeveer 70 procent van de Nederlandse vleesproductie is bestemd voor het buitenland”, aldus W. van Eck van de milieuclub. „Daar kan de Nederlandse consument niets aan doen. Dat is een probleem dat de minister moet oplossen.”

Bovendien willen de meeste klanten niet meer betalen voor duurzaam vlees, weet hij. Milieudefensie pleit daarom voor een extra heffing op gewoon vlees. Ook GroenLinks is daarvoor.