Frans olieconcern schuldig bevonden aan ramp
PARIJS - De rechtbank in Parijs heeft het Franse olieconcern Total schuldig bevonden aan ernstige onachtzaamheid wegens het zinken van de olietanker Erika in 1999 voor de Franse kust. Het was de ergste olieramp uit de Franse geschiedenis.
Total moet samen met de eigenaar en de manager van de tanker en het Italiaanse bedrijf RINA, dat de tanker zeewaardig verklaarde, 192 miljoen euro compensatie betalen aan partijen die schade hebben geleden door de ramp, waaronder de Franse staat. De rechter besliste later dat Total ook gedagvaard mag worden voor de veroorzaakte ecologische schade. Het concern kreeg daarbovenop nog een boete van 375.000 euro.Volgens rechter Jean-Baptiste Parlos zijn de Italiaanse eigenaar van het schip, Giuseppe Savarese, en de manager, Antonio Pollara, eveneens verantwoordelijk voor de scheepsramp. De rechter verwijt hun ernstige nalatigheid. Beide Italianen hadden volgens de rechter moeten weten dat reparaties niet waren uitgevoerd om geld te besparen. In totaal waren vijftien partijen om uiteenlopende redenen aangeklaagd.
De onder Maltese vlag varende olietanker Erika met aan boord 35.000 ton stookolie brak in december 1999 voor de Zuid-Bretonse kust doormidden. Meer dan 20.000 ton olie stroomde in zee, waardoor de kust ernstig vervuild raakte. Zeker 150.000 vogels kwamen om en het leven in de zee raakte ernstig verstoord door de ramp.
Het schip kwam uit de Franse haven Duinkerken, waar technische problemen niet waren ontdekt. In een zware storm kwam de tanker in de problemen en zonk hij.
Oliemaatschappij Total, de opdrachtgever van het olietransport, achtte zichzelf niet verantwoordelijk voor de ramp. Total stelde dat het de indertijd 25 jaar oude Erika had gecharterd in de veronderstelling dat het schip in goede staat verkeerde. De oliemaatschappij baseerde zich onder meer op documenten waarin de Erika als zeewaardig werd omschreven.
Niet alleen Total, maar ook de veertien andere gedaagde partijen hebben iedere verantwoordelijkheid voor het oliedrama altijd ontkend. Het onderzoek naar het drama heeft zeven jaar geduurd.
De Erika was op het moment van de ramp ruim 25 jaar oud en goedkoop in gebruik, omdat het een lichte, enkelwandige tanker was. De olietransportsector beweerde dat de ramp met de Erika slechts een incidenteel geval betrof. Sindsdien is echter aan het licht gekomen dat de sector het niet zo nauw neemt met de regels. Zo haalde de scheepvaartinspectie in Amsterdam een jaar na de olieramp een tanker uit de vaart, die in een nog slechtere staat verkeerde dan de Erika.
Sinds de ramp met de Erika zijn de voorwaarden voor olietransport aangescherpt en worden er vaker controles uitgevoerd.