Volgens de officiële uitslag won Saakasjvili 53,47 procent van de stemmen. Daarmee vermeed hij nipt een tweede ronde. Saakasjvili’s rivaal Levan Gatsjetsjiladze kreeg 25,67 procent van de stemmen. „Georgië heeft geen legitieme president”, zei Gatsjetsjiladze in een toespraak. Hij en andere oppositieleiders eisen behalve een hertelling regelmatige toegang tot de staatsmedia. Die hebben vooral aandacht besteed aan Saakasjvili en zijn medestanders.Bij de presidentsverkiezingen van 2004 behaalde de toen nog 36-jarige Saakasjvili, gesteund door zijn succes in het leiden van de Rozenrevolutie, met 96 procent van de stemmen een glansrijke overwinning. Door Saakasjvili’s inspanningen voor democratisering werd Georgië vaak als voorbeeld gezien voor andere voormalige Sovjetrepublieken.

De president kwam onder vuur te liggen toen zijn leiderschapsstijl volgens de oppositie autoritaire trekjes begon te vertonen. Ook zou hij niet genoeg doen voor de armen. Saakasjvili gaf de politie opdracht de massale demonstraties die daarop volgden neer te slaan. Het uitroepen van de noodtoestand en de sluiting van een zender die gold als de spreekbuis van de oppositie, droegen bij aan de twijfel over het democratische gehalte van zijn gezag. Om zijn gedeukte imago op te vijzelen, schreef hij de verkiezingen uit.

De afgenomen steun voor de president duidt op een groeiende verdeeldheid in Georgië, die Saakasjvili’s streven naar het lidmaatschap van de NAVO en de EU kan torpederen.