PKN ontkent overzicht kwijt te zijn
UTRECHT - De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zegt een prima overzicht te hebben over haar inkomsten en uitgaven. Ook de plaatselijke gemeenten hebben dat volgens de PKN, maar zij hoeven over die cijfers geen verantwoording af te leggen aan de landelijke kerk.
De Protestantse Kerk heeft vrijdagmiddag een persbericht uitgegeven naar aanleiding van verwarring die is ontstaan tijdens de start -donderdag- van de landelijke actie Kerkbalans 2008. Diverse kranten meldden vrijdag dat R. M. Belder van de Raad voor de Plaatselijke Geldwerving in de PKN tijdens de startbijeenkomst van Kerkbalans had gezegd dat de Protestantse Kerk het overzicht over haar inkomsten kwijt is. Volgens hem zou, mede door de kerkvereniging van 2004 en door de bezuinigingen op de financiële afdelingen van de kerk, alle overzicht verdwenen zijn.In het vrijdagmiddag verzonden persbericht worden deze uitlatingen ontkend. De PKN zegt een „uitstekend overzicht” te hebben over de inkomsten. De kerk heeft „gekozen voor een structuur waarin alle gemeenten autonoom zijn en de kerkenraad slechts financiële verantwoording aflegt aan zijn eigen gemeenteleden. Weliswaar worden kerkenraden begeleid in hun financiële beleid door Regionale Colleges voor de Behandeling van Beheerszaken, maar ook deze zijn autonoom ingesteld door de classes en rapporteren geen financiële gegevens over individuele gemeenten aan de landelijke organisatie.”
Volgens de PKN maakt de landelijke organisatie van de kerk wel gebruik van inkomensgegevens van gemeenten om de afdracht te bepalen van gemeenten ten behoeve van het landelijke werk van de kerk, het zogenoemde quotum. „Die gegevens mag de kerk echter niet gebruiken voor andere zaken dan voor de bepaling van het quotum.”
In de verklaring wordt ook duidelijk gemaakt dat het cijfermateriaal over de inkomsten van de kerk dat eerder deze week werd gepresenteerd, een „zorgvuldige” schatting is. „Op basis van een steekproef van ongeveer 30 procent van alle aangesloten gemeenten, qua samenstelling representatief voor alle gemeenten, wordt een zorgvuldige schatting van de inkomstenontwikkeling gemaakt”, aldus de kerk.
De directeur van de Dienstenorganisatie, Haaije Feenstra, geeft desgevraagd toe dat de kerk beter niet over een bedrag van 274.653.000 euro had kunnen spreken, maar over een bedrag van bijna 275 miljoen euro. „Nu wek je de schijn van exactheid en dat is niet goed. Maar dat wil niet zeggen dat die schatting er ver naast zou zitten. In het verleden is gebleken dat die ramingen behoorlijk nauwkeurig zijn.”