„PKN heeft de financiën wel degelijk op orde”
UTRECHT - De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zegt wel degelijk te weten hoeveel geld er per jaar binnenkomt. „Het is niet terecht dat er een beeld ontstaat als zou de kerk de financiën niet op orde hebben.”
De directeur van de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk, H. Feenstra, is op z’n zachtst gezegd ”not amused” bij uitlatingen die donderdag bij de start van de actie Kerkbalans 2008, volgens onder andere het Nederlands Dagblad (ND), werden gedaan door R. M. Belder van de Raad van de Plaatselijke Geldwerving. Belder zou gezegd hebben dat de enige betrouwbare gegevens die de kerk over de inkomsten heeft, dateren van voor de fusie in 2004. De bedragen die de kerk publiceert, worden samengesteld op basis van een enquête. Hij noemde die schattingen „schimmig” en zei ervan geschrokken te zijn hoe amateuristisch het eraan toegaat in de kerk.Belder was zelf gisteren niet bereikbaar voor een nadere toelichting op zijn uitlatingen. „We hebben besloten dat de woordvoering in deze zaak gedaan wordt door directeur Feenstra van de Dienstenorganisatie en door mij”, aldus D. G. Bijl, voorzitter van de Interkerkelijke Commissie Geldwerving (ICG).
Dat riekt naar censuur.
Bijl: „Dat zijn uw woorden. Ons gaat het erom dat niet allerlei verschillende mensen verschillende dingen zeggen waardoor de verwarring alleen maar groter wordt. Dat willen we voorkomen.”
Zowel Bijl als Feenstra geeft toe dat de uitlatingen van Belder voor de kerken op een vervelend moment kwamen. „Belder heeft het moment aangegrepen om zijn mening te geven over de manier waarop de Raad voor de Plaatselijke Geldwerving aan zijn cijfers komt”, aldus Bijl.
Belder zal deze uitlatingen toch niet gedaan hebben zonder enige grond?
Bijl: „Belder is iemand die zeer nauwkeurig werkt, met grote verdiensten voor de actie Kerkbalans. En het is inderdaad zo dat de Protestantse Kerk voor de cijfers voor de actie Kerkbalans met schattingen werkt. Het cijfermateriaal dat gepresenteerd wordt tijdens de persconferentie Kerkbalans, over de inkomsten van alle gemeenten binnen de PKN, wordt aan de organisatie van Kerkbalans beschikbaar gesteld door de Raad voor de Plaatselijke Geldwerving. Dat is een onafhankelijke adviesgroep binnen de Protestantse Kerk. Het onderzoek daarvoor wordt uitgevoerd door de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer met advies van het onderzoeksbureau Kaski. Op basis van een steekproef van ongeveer 30 procent van alle aangesloten gemeenten, qua samenstelling representatief voor die gemeenten, wordt een zorgvuldige schatting van de inkomstenontwikkeling gemaakt. Die schatting vormt dan weer de basis voor de becijfering van inkomsten aan levend geld van bijna 275 miljoen euro over 2006.”
Door een bedrag van 274.653.000 euro te noemen wekt de Protestantse Kerk de schijn exacte cijfers te presenteren.
„Dat bedrag hadden we beter zo niet kunnen noemen”, geeft Feenstra toe. „We hadden beter kunnen zeggen: bijna 275 miljoen. Nu wekken we inderdaad de schijn van exactheid. En een schatting is natuurlijk nooit exact.”
Volgens de directeur van de Dienstenorganisatie is de berekening van de inkomsten van alle gemeenten de afgelopen jaren echter wel behoorlijk nauwkeurig gebleken. „De plaatselijke gemeenten moeten namelijk jaarlijks een bepaald bedrag, gebaseerd op hun totale inkomsten, afdragen aan de landelijke kerk. Dat is de zogenaamde quotumheffing. Uiteindelijk komen dus wel degelijk alle financiële gegevens van de gemeenten bij de landelijke kerk terecht. Uit dat cijfermateriaal kunnen wij concluderen dat de schatting van de totale inkomsten van alle gemeenten op grond van de steekproef heel dicht bij de werkelijke resultaten liggen en daar soms nog iets overheen gaan. Over die door de gemeenten verstrekte cijfers geven wij naar buiten toe echter geen informatie. Dat mogen wij niet; die cijfers mogen alleen gebruikt worden voor het vaststellen van de quotumheffing. Je zou het kunnen vergelijken met de aanslag die de Belastingdienst oplegt aan de burgers op grond van de door hen verstrekte informatie.”
Is de situatie veranderd sinds de kerkvereniging van 2004?
„Sinds de kerkvereniging is de schatting van de totale inkomsten van de gemeenten in de PKN in die zin moeilijker geworden dat vooral de gereformeerde kerken niet zo snel hun gegevens op tafel leggen”, aldus Bijl. „Dat heeft te maken met hun traditie, waarin de plaatselijke kerken bijzonder hechten aan hun zelfstandigheid. Bij de hervormde gemeenten ligt dat iets anders. Voor alle gemeenten in de Protestantse Kerk geldt dat de plaatselijke gemeenten verantwoording moeten afleggen aan hun gemeenteleden en niet aan de landelijke kerk. Dat is het grote verschil met een centraal bestuurde kerk als bijvoorbeeld de Rooms-Katholieke Kerk.”
In het verleden is er verschil van mening geweest tussen de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer en de Dienstenorganisatie van de PKN over de financiën van de kerk. Is deze commotie hiervan misschien een uitvloeisel?
Feenstra: „Absoluut niet. Er is inderdaad een verschil van inzicht geweest, maar dat hebben we opgelost. Ik denk dat de uitlatingen van Belder een eigen dynamiek hebben gekregen in de media. Ook omdat we hier over zaken spreken die best heel ingewikkeld zijn. Ik kan heel goed begrijpen dat iemand als Belder wil dat de schattingen die we doen over de inkomsten van Kerkbalans nog nauwkeuriger worden. Daaraan werken we nu ook door het opzetten van een monitoringsysteem. Maar het is niet terecht dat er vervolgens een beeld ontstaat als zou de kerk de financiën niet op orde hebben. Die cijfers staan zwart op wit in onze jaarverslagen en zijn voor iedereen in te zien. Transparanter kan het niet.”