Kerk & religie

„Laten we elkaar vast blijven houden”

URETERP - Pas op 36-jarige leeftijd werd hij predikant. Inmiddels is hij het veertig jaar. Ds. M. den Bleker (75): „Laten we elkaar vast proberen te blijven houden.”

A. de Heer
7 January 2008 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 05:25Leestijd 6 minuten
URETERP – „Waar ik echt een hekel aan heb, is het je, lekker knus, opsluiten in je eigen kringetje, met je eigen blaadje, en dan de ander bekritiseren. Dat is iets wat me al jaren dwarszit. En ik weet zeker dat er één is die daarover lacht: de duivel.” De
URETERP – „Waar ik echt een hekel aan heb, is het je, lekker knus, opsluiten in je eigen kringetje, met je eigen blaadje, en dan de ander bekritiseren. Dat is iets wat me al jaren dwarszit. En ik weet zeker dat er één is die daarover lacht: de duivel.” De

Drie gemeenten diende de christelijke gereformeerde emeritus predikant in de achterliggende veertig jaar: Mijdrecht (1968-1971), Lutten (1971-1979) en Sneek (1979-1997). Na zijn emeritaat gingen hij en zijn vrouw in het Friese Oerterp, oftewel Ureterp, wonen.Een kerkelijk dorp, zo blijkt wel als je er doorheen rijdt. Een hervormde kerk; even verderop een bordje dat naar de gereformeerde kerk vrijgemaakt verwijst; nog een eindje verder een bordje met daarop ”Geref. Kerk”. Twee christelijke scholen ook.

Een christelijke gereformeerde kerk ontbreekt echter. Ds. Den Bleker: „We mogen hier graag wonen; je vindt hier alles wat je nodig hebt. Kerkelijk hebben we ons aangesloten bij Drachten, waar ds. J. Jonkman staat. En daar voelen we ons prima thuis.” Overigens gaat de predikant nog vrijwel elke zondag voor.

Tussen de bonders
Een Fries is ds. Den Bleker niet. Maarten den Bleker werd geboren in Barwoutswaarder, dat onder Woerden valt. Hij groeide er op in een „behoudend gezin”, dat acht kinderen telde.

Al jong wist hij dat hij predikant wilde worden, zegt hij. Waarom predikant? „Het was een bepaald verlangen om Gods Woord te mogen brengen. Het trok me wel aan, als ik in de kerk zat bijvoorbeeld. Niet dat ik als kind altijd alles begreep wat er vanaf de kansel werd gezegd - in dat opzicht geloof ik dat er vandaag veel meer rekening wordt gehouden met jongeren. Maar dat ik dominee wilde worden, zat er toch al vroeg in.”

Hoe dat moest, wist hij echter niet. „Ik ben geboren met een open verhemelte. Ik kon moeilijk verstaanbaar spreken. Maar toen ik in de brugklas van de mulo zat, ben ik hieraan in Utrecht geopereerd. Sindsdien ging het, mede door spraaklessen, veel beter.”

Na de mulo volgde het gymnasium. In die tijd meldde Den Bleker zich aan in Apeldoorn - maar werd afgewezen. Toen hij na het gymnasium opnieuw werd afgewezen voor de Theologische Hogeschool van zijn kerkverband, besloot hij in Utrecht theologie te gaan studeren. „Ik heb daar enkele jaren tussen de bonders gezeten, heb me daar ook prima thuisgevoeld. Je leert wat over je eigen kerkmuren heenkijken. Ik herinner me prof. Severijn, Van der Linde en Jonker nog goed. En Van Ruler, niet te vergeten.”

Nogmaals meldde hij zich aan in Apeldoorn, en ditmaal werd Den Bleker wel aangenomen. Na zijn kandidaatsexamen in Utrecht studeerde hij af aan de christelijke gereformeerde predikantsopleiding. Eind 1967 werd hij beroepbaar gesteld. „Ik kreeg toen twee beroepen, van Dedemsvaart en van Mijdrecht. Van een derde beroep heb ik afgezien, omdat het voor mij inmiddels duidelijk was dat ik het beroep naar Mijdrecht zou aannemen.”

Tastbare herinnering
„En”, zegt ds. Den Bleker, „ik ben nog altijd dankbaar dat ik daar mocht beginnen.” De gemeente maakte oorspronkelijk deel uit van de Gereformeerde Gemeenten, maar ging in 1953 mee met ds. R. Kok. „In Mijdrecht had ik een heel goede kerkenraad, met broeders die goed onderlegd waren in de Schrift en ook de oudvaders kenden. Jacobus van der Wilt bijvoorbeeld; hij is al overleden. Die man wist zo ontzettend veel. En de kerkenraad stond altijd vierkant achter je.”

In Mijdrecht liet de predikant een „tastbare herinnering” achter: er kwam een nieuw verenigingsgebouw. Dat laatste gebeurde ook in zijn tweede gemeente, Lutten; later in Sneek kreeg het verenigingsgebouw een flinke opknapbeurt. „Omdat het verenigingsleven zo belangrijk is, acht ik een ruime vergaderlokaliteit toch wel belangrijk.”

Hoogtepunten in zijn ambtelijke loopbaan vond ds. Den Bleker „altijd weer als jonge mensen belijdenis van hun geloof deden. Wat ik ook positief heb gevonden, waren de samensprekingen in Sneek met de gereformeerde kerk vrijgemaakt.”

Pastorale en ziekenbezoeken hadden zijn „warme belangstelling. Mensen bijstaan in hun zorgen is heel belangrijk, en daar heb ik veel tijd in mogen steken.”

Verwijdering
Hoe zullen de Christelijke Gereformeerde Kerken zich verder ontwikkelen? „Ik denk dat je moet zeggen dat er sprake is van een stuk onderlinge verwijdering.”

De predikant -die bijna 25 jaar secretaris was van het Kerkblad voor het Noorden- buigt zich naar voren, wordt feller. „Weet u, ik kan er gewoon niet bij als predikanten niet meer op een predikantenvergadering van onze kerken komen omdat ze zich er niet meer thuisvoelen. In de eerste plaats: ik ben predikant in déze kerk. Dan vind ik het ook een morele verplichting dat je de predikantenvergaderingen bijwoont. En natuurlijk, ook ik denk bij bepaalde onderwerpen wel eens: daar denk ik wat anders over. Maar kom dan toch gewoon, laten we met elkaar blijven spreken. Waar ik echt een hekel aan heb, is het je, lekker knus, opsluiten in je eigen kringetje, met je eigen blaadje, en dan de ander bekritiseren. Dat is iets wat me al jaren dwarszit. En ik weet zeker dat er één is die daarover lacht: de duivel.”

Ds. Den Bleker: „In Sneek zei ook een keer iemand tegen me: Het gaat hollend achteruit. Al die veranderingen. Ik zeg: Zet u nu eens, zwart op wit, voor me op papier wát er dan hollend achteruit gaat. Ik moet het nog krijgen.

Neem een kwestie als de liturgie, het zingen van de oude of nieuwe berijming, het zingen van gezangen uit de bundel Schriftberijmingen. Moeten we elkaar daar nu echt op afrekenen?”

vraag (u14(Feit is wel dat de Christelijke Gereformeerde Kerken mede zijn ontstaan uit verzet tegen de hervormde gezangenbundel (ds. Hendrik de Cock).
„Zeker. Maar ik denk dat ds. De Cock met zijn typering ”sirenische minneliederen” toch een heel ander soort gezangen op het oog had dan bijvoorbeeld de huidige hervormde bundel.”

„Laten we elkaar vasthouden”, benadrukt de emeritus predikant. „Ik heb de laatste jaren heel wat reizen geleid, naar Turkije onder andere. Als je ziet wat er daar over is van de kerk: ruïnes, weinig meer. Je leest dat ook in de zeven brieven in het boek Openbaring: Als jullie niet teruggaan naar de eerste liefde, als jullie niet naar Mij luisteren willen, zal Ik de kandelaar wegnemen, en overplaatsen. Zie nu bijvoorbeeld China, Korea.”

„Anderzijds”, zegt ds. Den Bleker, „kom ik ook verblijdende dingen tegen. Dat oud-catechisanten ouderling of diaken zijn geworden bijvoorbeeld. Het zaad dat gezaaid is, zal toch vrucht dragen. Je hoeft alleen maar te planten en te begieten. God zal Zelf de wasdom geven.”

„In dat perspectief”, zegt hij, „als er in de achterliggende veertig jaar één persoon tot geloof is gekomen, is dat al om dankbaar voor te zijn. En zijn dat er meer, dan is dat des te meer reden tot blijdschap.”

Levensloop
- Geboren op 12 januari 1932.
- Bevestigd als christelijk gereformeerd predikant te Mijdrecht op 10 januari 1968.
- Bevestigd als predikant in Lutten op 3 september 1971.
- Bevestigd als predikant in Sneek op 21 augustus 1979.
- Met emeritaat op 20 juni 1997.

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer