De brandweermannen komen op verhaal in de kerk
ARNEMUIDEN - Paniekerig staat een Chinese vrouw bij het rood-witte lint in Arnemuiden. Twee mannen houden haar tegen. In het uitgebrande pand liggen nog vier lichaampjes.
Arnemuiden verkeert in shock. Een felle brand greep maandagavond razendsnel om zich heen en verwoestte de woning boven een Chinees restaurant. De vier dochters van de restauranthouders overleefden de brand niet.Het water heeft het van het vuur gewonnen, maandagavond om 21.00 uur, maar de zware rooklucht hangt er nog. Smeulende resten dampen, kort nadat het vuur is geblust. De omgeving is afgezet. Overal staan ambulances, brandweer- en politiewagens. Een ladder is tegen de voorgevel van het uigebrande pand geplaatst. Van het dak is weinig meer over. Er hangt een rood bord met Chinese karakters. Een gele vlag wappert. Veel brandweermannen lopen heen en weer met grote rode slangen.
Buurtbewoners staan in de deur van hun huis. Een oude vrouw, opgewonden: „Een buurjongetje kwam roepen dat er brand was. We schrokken enorm. Gelukkig was de brandweer er snel bij.” Het carillon van de kerk, een eindje verderop, speelt ”Een roze fris ontloken”.
De bewoners van het huis naast het uitgebrande restaurant moeten hun woning verlaten. Zij en hun twee honden vinden onderdak in de hervormde dorpskerk. De gastvrije koster loopt ijverig heen en weer om koffie en thee in te schenken. De predikant, ds. Goedvree, praat wat met de buren. „Ik heb thuis een groot blik erwtensoep staan. Zal ik dat halen voor mensen die nog niets hebben gegeten?” stelt hij de koster voor.
De buren vertellen: „We hoorden geknal en gerinkel van glas. We dachten dat er ruzie was en wilden de politie bellen.” De vrouw staart verslagen voor zich uit. „We zijn erg geschrokken. Eigenlijk moest ik nu ”Stille nacht, heilige nacht” spelen in de kerstnachtdienst, maar daar heb ik op het moment geen zin in.”
Ook de brandweer komt op temperatuur in de kerk. Een van hen slaat zijn collega op de schouder: „Gaat het goed jongen?”
De eigenaar van de plaatselijke snackbar zag de vlammen „metershoog” boven de huizen uitkomen. „Een van m’n klanten probeerde nog naar boven te rennen, maar hij kwam niet verder dan 2 meter. De vader van de kinderen moesten ze met vijf man tegenhouden. Hij wilde het brandende huis weer in om zijn kinderen te redden.”
Intussen wordt het uitgebrande pand vanuit een hoogwerker onderzocht; het instortingsgevaar is te groot om naar binnen te gaan. Een oogverblindende lamp schijnt het woongedeelte in. Dan zien de mannen wat ze zoeken. In het licht van de schijnwerper ontwaren ze twee lichamen. Later die nacht worden ook de lichamen van de andere twee meisjes ontdekt. Ze hadden geen schijn van kans.
Van achter een wit kozijn staart een groen knuffelbeest naar buiten. Het rood-witte lint klappert in de kille wind. Een man en een vrouw komen aangelopen met twee herdershonden. „Dit zijn reddingshonden. Misschien kunnen we nog wat betekenen.” Arnemuiden leeft mee.