Ook K. de Vries wil leider PvdA worden
Ook PvdA-kamerlid K. de Vries stelt zich kandidaat voor het fractievoorzitterschap van zijn partij. De Vries, minister van Binnenlandse Zaken in Kok II, maakte dat zondag bekend in het tv-programma Buitenhof. Tot dusver had alleen PvdA-kamerlid Bos zijn kandidatuur gesteld.
De Vries verklaarde zich ook bereid het lijsttrekkerschap van de partij op zich te nemen. Hij zei dat hij ervan uit was gegaan dat ook fungerend fractievoorzitter Van Nieuwenhoven en kamerlid Duivesteijn zich kandidaat zouden stellen voor het voorzitterschap van de fractie. Van Nieuwenhoven trok zich echter begin deze week terug. Wat Duivesteijn doet, is nog niet bekend. De inschrijftermijn sluit vandaag, in december stemmen de PvdA-leden over de kandidaten.
Voor de 59-jarige De Vries was het niet doorgaan van de kandidatuur van Van Nieuwenhoven een belangrijke reden om zich kandidaat te stellen. Hij vindt dat de PvdA-leden hoe dan ook iets te kiezen moeten hebben. Zijn programma zal De Vries zaterdag bekendmaken tijdens een PvdA-bijeenkomst, maar hij vindt in elk geval dat er meer „passie” in de partij moet komen en dat ze beter moet luisteren naar de leden.
Verder is De Vries voorstander van nauwe samenwerking tussen PvdA, GroenLinks en D66. „Het is curieus dat iedereen zich blijft opsluiten in zijn eigen gelijk van tien, vijftien jaar terug.” Voor een echte fusie van de drie progressieve partijen is echter nog een lange weg te gaan, aldus De Vries. „Het CDA heeft er twintig jaar over gedaan.”
De Vries noemde de ruzie tussen partijbestuur en de commissie-De Boer van afgelopen week „tamelijk bizar.” De commissie, onder leiding van burgemeester De Boer van Leeuwarden, kwam met een vernietigende evaluatie van de verkiezingscampagne en velde vooral een hard oordeel over lijsttrekker Melkert.
De Vries begrijpt niet waarom „iedereen over elkaar heen moet rollen, terwijl het eigenlijk nergens over gaat.” Hij vindt het onzin dat partijvoorzitter Koole nu zou moeten aftreden, zoals de Amsterdamse PvdA-wethouder Oudkerk heeft gezegd. „Niemand moet aftreden. Iedereen moet gewoon aan het werk.”