„Saddam Hussein moet eruit”
De Koerden in Noord-Irak kijken gespannen uit naar een aanval van de Verenigde Staten op Irak. Het historisch en geografisch verdeelde volk, dat voorheen werd gedomineerd door onderlinge twisten en vetes, is het nu in ieder geval over één ding eens: Saddam Hussein moet het veld ruimen. Liever gisteren dan vandaag. Joop Hendrix, onafhankelijk adviseur van Stichting Vluchteling, peilde de stemming in Noord-Irak.
Hendrix keerde afgelopen week terug uit Noord-Irak, waar de spanning begint op te lopen.Tijdens de Golfoorlog in 1991 begon een opstand van de Koerden in het noorden van Irak tegen het bewind van Saddam Hussein. De Iraakse president sloeg terug en veel Koerden vluchtten naar Turkije. Om de Koerden de kans te geven terug te keren zonder represailles van Saddam Hussein te riskeren, hebben de Verenigde Naties het noorden van Irak uitgeroepen als min of meer autonoom gebied.
Boven het gebied geldt een ”no fly”-zone, om de Koerden voor Hussein te beschermen. Noord-Irak heeft sindsdien een eigen, Koerdische regering. De afgelopen jaren heeft er echter bijna constant een machtsstrijd gewoed tussen de verschillende Koerdische partijen, men name tussen de Koerdische Democratische Partij (KDP) van Massoud Barzani en de Patriottische Unie van Koerdistan (PUK) van Jalal Talabani.
Joop Hendrix is onafhankelijk adviseur en is op verzoek van Stichting Vluchteling (SV) naar Noord-Irak gegaan om een onafhankelijke evaluatie uit te voeren van hulpprojecten ter plaatse, waaronder het mijnprogramma Handicap International België en projecten van de Mines Advisory Group (MAG).
Stichting Vluchteling helpt bij het opvangen van vluchtelingen en bij het opzetten van voorzieningen zoals scholen en ziekenhuizen. Hendrix moet beoordelen of de projecten die mede door SV worden gefinancierd nog steeds onder deze eerste vorm van vluchtelingenhulp vallen. Als de vluchtelingen zichzelf al kunnen redden, wordt er gezocht naar andere financieringsbronnen, zo mogelijk lokaal, zodat SV elders hulp kan bieden.
„De vluchtelingensituatie in Noord-Irak hangt sterk af van wat er in de toekomst gaat gebeuren. Nu gaat het leven gewoon door. Er wordt gesmokkeld, er wordt ingevoerd en uitgevoerd. Toch is er ook een soort spanning voelbaar in Noord-Irak. Mensen zijn erg bang voor een herhaling van de Anfal-campagne van 1988.”
In februari 1988 voerde het Iraakse leger een grote vernietigingscampagne uit tegen de Iraakse Koerden in Noord-Irak. Ongeveer 60.000 soldaten namen deel aan operatie Anfal, wat oorlogsbuit betekent. Bijna tweederde van Iraaks Koerdistan werd ontvolkt en verwoest. Daarvoor gebruikten de soldaten onder andere gifgas. De bekendste aanval is die op de stad Halabja, waar binnen enkele minuten 5000 Koerden omkwamen. Nog steeds zijn de gevolgen van het gifgas duidelijk te zien in het gebied. Kanker komt bijvoorbeeld in Halabja drie tot vier keer vaker voor dan elders in de regio.
„De spanning in Noord-Irak is ook voelbaar bij de verschillende internationale organisaties, die al druk bezig zijn met het ontwerpen van evacuatieplannen. Daarin wordt gekeken hoe mensen eventueel weg kunnen stromen als ze moeten vluchten. Het is nodig om vluchtroutes vooraf te bepalen om te voorkomen dat mensen in mijnenvelden terechtkomen.” Hendrix betwijfelt of de toestanden van de Golfoorlog in ’91 zich zullen herhalen, toen 1,5 miljoen Koerden de grens met Turkije en Iran overstaken. „Ik denk dat mensen nu eerder in de grensstreek met Iran zullen gaan schuilen, ver weg van de bestandslijn.”
De bestandslijn is de grens tussen Irak en Noord-Irak. Deze lijn is bezaaid met mijnenvelden en wordt zeer streng bewaakt. „Die bestandslijn verschuift overigens nog wel eens”, vervolgt Hendrix. „Onlangs zijn de Iraakse troepen 10 kilometer naar het zuiden teruggetrokken. In het tussenliggende gebied hebben ze alles platgebrand en mijnenvelden aangelegd. Het is dan ook moeilijk voor ontmijningsorganisaties om daar te werken.”
Er zijn ook Koerden die zich laconiek opstellen tegenover de mogelijke gevolgen van een aanval op Irak. Hoewel de meeste Koerden vrezen dat Saddam Hussein hen in zijn val zal meeslepen door hen net als in ’88 met gifgas te bestoken, nemen sommigen dat op de koop toe. Het belangrijkste voor hen is dat hij uit de weg wordt geruimd. Hun afkeer van de dictator is groter dan hun angst voor eventuele aanvallen. Hendrix: „Tachtig procent van de mensen die ik heb gesproken ten zuiden van Noord-Irak vindt dat Saddam weg moet. Het Iraakse leger is enorm gedemotiveerd. Je hebt grote kans dat zij de wapens neerleggen en misschien wel naar het noorden komen. Ook kan het gebeuren dat straks een miljoen Irakezen van de centrale zone naar het noorden komen.”
De haat tegen Saddam Hussein verenigt de anders zo verdeelde Koerden. De politiek in Noord-Irak wordt gedomineerd door de tegenstellingen tussen de twee grote leiders Barzani (KDP) en Talabani (PUK). Deze twee leiders zijn nu overeengekomen dat het parlement op 4 oktober volledig bij elkaar moet komen. Gezamenlijk moet er worden gewerkt aan veiligheid en stabiliteit binnen de regio, vinden ze.
Hendrix: „Het parlement zal vier commissies aanstellen die moeten werken aan een algehele unificatie van die twee gebieden in Noord-Irak.” Noord-Irak is door de onenigheid tussen de twee grootste partijen in twee delen opgesplitst. „Verder willen zij een autonome Koerdische staat vormen binnen een federatief Irak. Over het idee van een Groot-Koerdistan, dat is uitgestrekt over vier of vijf landen, wordt praktisch niet meer gesproken.”
De Koerdische bevolking staat sceptisch tegenover deze plotselinge vrede tussen Barzani en Talabani. „In 1995 en 1996 schoten beide partijen elkaar nog overhoop, waarom gaat dat nu opeens anders?” verwoordt Hendrix de houding van veel Koerden. „Er is nu een soort koude vrede ontstaan die wordt afgedwongen door de VS. Amerika wil natuurlijk voorkomen dat als Irak wordt aangevallen er in Noord-Irak meteen een burgeroorlog uitbreekt.”
Die kans is aanwezig, omdat bij een aanval op Irak de controle op het noordelijk gebied verslapt. Oude emoties kunnen dan gemakkelijk weer oplaaien. Daarom zetten de VS het parlement van Noord-Irak onder druk. Voor de Koerden is enkel van belang dat Saddam Hussein het veld ruimt. Of dat leidt tot een vreedzame coëxistentie tussen de twee partijen, dat is een andere vraag.
„Er is nog een andere ontwikkeling aan de gang”, vervolgt Hendrix. „Er zijn moslimextremistische groepen aan het vechten in de grensstrook met Iran. Het zou om 150 al-Qaida-strijders uit Afghanistan gaan. Er gaan geruchten dat de Amerikanen een paar weken terug al een aanval op Irak hebben afgeblazen omdat daar al-Qaida-groepen aan het experimenteren waren met onder andere gifgas. Maar ik weet niet of dat waar is.
Er wordt ook gezegd dat Hussein die fundamentalisten financiële steun geeft, om Noord-Irak te destabiliseren. Het is een volkomen gek scenario, maar het geeft wel aan dat er van alles broeit in die regio. Ik kan me ook voorstellen dat als de VS Irak aanvallen, ze ook het deel van Noord-Irak gaan bombarderen waarvan ze denken dat er al-Qaida-strijders zit. Dan wordt de kwestie Irak aan de terroristenoorlog gekoppeld. Dat zijn twee verschillende zaken die mogelijk samenkomen en dat stelt de Koerden niet erg gerust.
Het grootste probleem waar de VS nu nog mee zitten is dat ze niet weten wat ze na een aanval met Irak aanmoeten. Wie gaan ze straks in Bagdad zetten? Er zijn geen duidelijke opvolgers voor Saddam Hussein. Er zwerft ergens een Iraakse oppositie rond, maar die heeft een slechte naam en heeft geen echte charismatische leiders. Het proces om van Saddam af te komen is al in gang gezet. Maar het is duidelijk dat het Westen, en vooral de VS, niet in de eerste plaats bezorgd zijn over het welzijn van de bevolking. Er zijn andere belangen die vaak net iets doorslaggevender zijn, zoals oliedollars.”
De Koerden zijn zich bewust van de achterliggende belangen die voor het Westen spelen. „Maar voor hen is dit de enige manier om van Hussein af te komen. Op dit moment is er geen enkele andere internationale kandidaat die hen tegemoetkomt om Saddam eruit te gooien. Het enige wat de Koerden hopen is dat het concept van Koerdistan zoals het nu is ontworpen, geformaliseerd wordt. Waarschijnlijk wordt het een autonoom gebied binnen de Iraakse staat. Maar daarvoor moet eerst Saddam verdwijnen.”