AIV wil ombudsman voor ontwikkelingssamenwerking
DEN HAAG (ANP) – Ontwikkelingssamenwerking kan een extern en onafhankelijk instituut dat zich bezighoudt met problemen en klachten, goed gebruiken. Nederland kan daar al in het eigen beleid mee beginnen en zou binnen de OESO, de club van rijke landen, een experiment kunnen beginnen met een “multilaterale ombudsman”.
Daarvoor pleit de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) donderdag in een advies aan minister Bert Koenders (Ontwikkelingssamenwerking). Een ombudsman draagt volgens de AIV bij aan de transparantie en kwaliteit van de hulp.De raad wijst erop dat in de ontwikkelingssamenwerking tussen landen een groot aantal afspraken en procedures bestaan die tot problemen kunnen leiden. Een ombudsman kan die vroegtijdig signaleren, helpen op te lossen en ervoor zorgen dat de samenwerking beter verloopt, aldus de AIV. Ook kan het instituut uitkomst bieden voor hulpontvangers en andere belanghebbenden die ernstig worden benadeeld als partijen niet behoorlijk handelen.
De AIV benadrukt dat ontwikkelingshulp niet alleen een bilaterale kwestie is maar een veel breder terrein beslaat door multilaterale verbanden, het bedrijfsleven en non-gouvernementele organisaties. Een extern instituut dat problemen signaleert en op objectieve manier behandelt, kan er ook voor zorgen dat al deze betrokken partijen leren van de fouten. Dat leidt dan weer tot normen waaraan partners in het ontwikkelingswerk zich moeten houden.
De AIV is een onafhankelijke bij wet ingestelde adviesraad die de regering en het parlement adviseert over buitenlands beleid.