Het Witte Huis drong er bij de Turkse regering in Ankara wel op aan de acties tegen de Koerdische rebellen „uiterst doelgericht en beperkt” te houden. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Condoleezza Rice, probeerde tijdens een bezoek aan Bagdad de frustraties van de Irakezen over Turkse operaties in Noord-Irak weg te nemen.Rice zei dat de Verenigde Staten, Irak en Turkije een gezamenlijk belang hebben bij het voorkomen van aanvallen van de Turks-Koerdische PKK in Turkije.

Rice maakte duidelijk dat de VS de Turkse pogingen steunen om de rebellen uit te schakelen, maar wees er tegelijkertijd op dat het ging om een beslissing van Turkije. Zij suggereerde tevens dat de VS, Turkije en Irak moeten proberen samen te werken tegen de rebellen. „We hebben een alomvattende benadering voor dit probleem nodig”, zei Rice. Zij zei verder dat de VS de Turkse regering duidelijk hebben gemaakt dat burgerslachtoffers en destabilisering van Noord-Irak moeten worden voorkomen.

De Iraakse minister van Buitenlandse Zaken, Hoshyar Zebari, zei op een gezamenlijke persconferentie met Rice haar visie te onderschrijven. Zebari erkende de legitimiteit van de Turkse zorgen, maar klaagde er eerder over dat Turkije de operaties in Noord-Irak op touw had gezet zonder Bagdad te consulteren. Hij herhaalde dinsdag dat eenzijdige acties de Iraakse en de Turkse belangen kunnen schaden.

President Masoud Barzani van de autonome Koerdische regio in Noord-Irak weigerde Rice te ontmoeten omdat hij boos is dat de Amerikanen de Turkse aanvallen op zijn gebied tolereren.

Enkele honderden Turkse militairen waren in de nacht van maandag op dinsdag Noord-Irak binnengedrongen. Volgens een Turkse militaire woordvoerder slaagden de grondtroepen erin een PKK-aanval te voorkomen. Daarna trokken de Turken zich terug. Naar verluidt was het de eerste gerapporteerde Turkse inval in het Koerdische noorden van Irak. Rebellen gebruiken het bergachtige grensgebied met Turkije als schuilplaats en als basis voor hun aanvallen op Turkije.

Amerikaanse media bevestigden dinsdag de Turkse verklaringen dat de Amerikanen het Turkse leger helpen bij de aanvallen op de PKK-rebellen. De Turken krijgen vrijwel rechtstreekse beelden van Amerikaanse gevechtstoestellen en onbemande spionagevliegtuigen die over stellingen van de PKK vliegen, meldde het dagblad The Washington Post.

Amerikaanse militairen hebben in de Turkse hoofdstad Ankara een centrum opgezet waar zij de informatie delen met hun Turkse collega’s. De VS „geven hen in feite hun doelen in handen.” Het is aan de Turken om te besluiten of ze tot de aanval overgaan, aldus een anonieme Amerikaanse militaire functionaris.

Iraakse regeringsfunctionarissen zeiden dat Turkse toestellen urenlang verscheidene dorpen in het Qandilgebergte bestookten. Door de Turkse aanvallen sloegen meer dan 1800 Koerden op de vlucht, liet de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR weten. Tien Koerdische dorpen raakten beschadigd. Volgens de PKK kwamen zeven Koerden om het leven, vijf PKK-strijders en twee burgers.