Russische brandstof bereikt reactor Iran
TEHERAN - Iran heeft maandag van Rusland een eerste zending brandstof voor zijn kernreactor in Bushehr ontvangen. De zending houdt in dat Moskou een einde heeft gemaakt aan de brandstofboycot van Iran.
Het besluit de brandstof toch te leveren werd genomen nadat Amerikaanse inlichtingendiensten in een nieuw rapport hadden gemeld dat Iran in 2003 met de ontwikkeling van kernwapens is gestopt.Vorige week maakte de Russische regering al bekend dat betalingsproblemen met Iran waren opgelost. Moskou had als officiële reden voor de boycot aangevoerd dat Iran niet aan zijn betalingsverplichtingen had voldaan. De Iraanse vicepresident Gholam Reza Aghazadeh, die tevens de leiding heeft over het Iraanse atoomprogramma, zei dat het programma nu op schema ligt en dat Iran alle benodigde brandstof tijdig zal ontvangen.
Moskou zei vorige week dat de brandstofzendingen ongeveer een halfjaar voor de ingebruikstelling van Bushehr zouden worden hervat. Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken beklemtoonde maandag dat de brandstof onder toezicht valt van het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) en dat Iran extra schriftelijke garanties heeft gegeven.
In een Russisch-Iraans verdrag uit 2005 is vastgelegd dat Iran de verbruikte brandstof aan Rusland retourneert om te voorkomen dat Teheran plutonium voor een atoombom verkrijgt.
De VS en andere landen die Iran verdenken van pogingen een atoombom te bouwen, hadden Rusland gevraagd geen nucleaire brandstof te leveren.
Volgens The New York Times wil Iran een tweede kerncentrale bouwen. De centrale moet in de tweede helft van 2008 elektriciteit gaan produceren.
Ook voor deze centrale zouden de Russen al de brandstof hebben geleverd. Teheran heeft hiervoor aan Moskou wel de verzekering gegeven de kernenergie alleen voor civiele doeleinden te gebruiken. De Verenigde Staten en andere landen vrezen dat de kerncentrale een dekmantel voor militaire ambities is.
Met de bouw van de kerncentrale in Bushehr werd in 1974 begonnen door een Duits bedrijf. Na de omverwerping van het keizerlijk bewind door de islamitische revolutie in 1979 werd de bouw stopgezet. In 1995 zette Rusland de werkzaamheden voort.
De Frankfurter Allgemeine had maandag een interview met de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Steinmeier. Deze zegt dat het Amerikaanse rapport betekent dat de „tijdsdruk” voor een oplossing is afgenomen. „Het negatieve nieuws is dat de Amerikaanse diensten er zeker van zijn dat Iran tot 2003 aan een kernwapenprogramma werkte”, aldus Steinmeier, die verder constateert dat de druk op Iran moet worden voortgezet.
Steinmeier zegt ook twijfels te hebben over de bereidheid aan Iraanse zijde de tijdwinst die door het Amerikaanse rapport is ontstaan efficiënt te gebruiken. Duitsland speelt in nauwe samenwerking met de VN-Veiligheidsraad een leidende rol bij pogingen Iran te bewegen tot openheid over zijn atoomprogramma.