Oost-Timor treedt toe tot VN
Oost-Timor werd vrijdag door de algemene vergadering van de Verenigde Naties in New York verwelkomd als het 191e lid.
Na eeuwen koloniaal bestuur door Portugal en 24 jaar bezetting door Indonesië stemde de bevolking van Oost-Timor in augustus 1999 met een overweldigende meerderheid voor onafhankelijkheid.
Pro-Indonesische milities verwoestten daarop een groot deel van de infrastructuur van het straatarme land en verdreven talloze bewoners van huis en haard. Australische troepen grepen in met goedkeuring van de VN, die korte tijd later een provisorisch bestuur installeerden. Vier maanden geleden werd Oost-Timor (Timor Lorosae) formeel onafhankelijk. De VN hopen dat hun laatste vertegenwoordigers in 2004 kunnen vertrekken.
De Oost-Timorese president, de 55-jarige dichter en voormalig vrijheidsstrijder José Alexandre Gusmao, hees samen met VN-secretaris-generaal Kofi Annan de vlag van zijn land voor het VN-hoofdkwartier in New York. Duidend op het menselijk leed en de economische schade die zijn land heeft ondervonden als gevolg van de onafhankelijkheidsstrijd, raadde Gusmao andere regio’s met onafhankelijkheidsplannen aan om „alles in het werk te stellen om dat doel te bereiken zonder geweld, zoals wij dat ook eerst geprobeerd hebben.”