Dat bleek donderdag tijdens de begrotingsbehandeling van Onderwijs. Minister Plasterk van Onderwijs vindt dat in de huidige wetgeving voldoende is vastgelegd dat scholen zich moeten bezighouden met homoseksualiteit. Bovendien is hij van mening dat scholen de vrijheid hebben om dit thema aan de orde stellen zoals zij dat zelf wensen. Scholen moeten er wel voor zorgen dat er een veilig klimaat is op hun school en dat homo’s niet worden gediscrimineerd.Ook in de Tweede Kamer bestaat er weinig animo voor de motie. Geen enkele fractie ondertekende de motie mee en geen enkele fractie wijdde er donderdag woorden aan. De Tweede Kamer debatteert binnenkort in commissieverband verder over homo-emancipatie. Daar zal opnieuw de vraag aan de orde komen welke taak scholen hebben op dit terrein.

VVD-Kamerlid Dezentjé Hamming diende de motie in omdat ze meent dat de regering van CDA, PvdA en ChristenUnie scholen te vrij laat bij het thema homoseksualiteit. De directe aanleiding was een interview met minister Plasterk in deze krant waarin hij benadrukte dat scholen zelf mogen bepalen of en hoe ze dit thema aan de orde te stellen.

PVV-kamerlid Bosma haalde donderdag de hoon van alle fracties over zich heen door een motie in te dienen waarin hij alle bewindslieden vraagt hun kinderen naar zwarte scholen te sturen. Volgens het Kamerlid staat de Nederlandse elite, onder wie de ministers en de staatssecretarissen, te ver van de werkelijkheid die hij door het toestaan van massa-immigratie zelf heeft gecreëerd. „De multiculturalisten moeten de gehele dag multiculturalist zijn, ook als de ’s morgen tussen acht en halfnegen hun kinderen naar school brengen”, aldus Bosma.

Alle fractie spraken hun afkeuring uit over het PVV-voorstel. Ze vinden dat de Kamer zich niet mag bemoeien met het privéleven van de bewindslieden. „U wilt alleen choqueren en de publiciteit halen. U bent niet geïnteresseerd in werkelijke oplossingen”, zo verweet D66-voorman Pechtold zijn PVV-collega.

De bewindslieden krijgen van de Kamer brede steun voor hun plan om de lerarensalarissen in de komende jaren aanzienlijk te verhogen. Daarmee wil het kabinet proberen het dreigende lerarentekort te verkleinen. De SP verzet zich als enige. De partij vindt dat in de toekomst de beloning van de leraren moet afhangen van hun eigen opleiding. Een gepromoveerde leerkracht in het basisonderwijs verdient dan evenveel als een gepromoveerde onderwijsgevende in het hoger onderwijs.