Volgens de officier van justitie is een 25–jarige man uit ’t Harde op 3 juni 2006 gedwongen om vier glazen sterke drank binnen korte tijd op te drinken. Het ging om een mix van whisky, strohrum, Martini, sambuca, Jägermeister en citroenjenever. Twee mannen aan de bar en de barkeeper zouden willens en wetens het risico hebben genomen dat de caféklant zou komen te overlijden.Daarom is er volgens justitie sprake van poging tot doodslag. Na de drinkpartij in de kroeg belandde het slachtoffer buiten westen in het ziekenhuis, met een potentieel dodelijke alcoholvergiftiging. Een nierdialyse redde zijn leven. Hij moest psychische hulp inschakelen en eiste 1500 euro smartengeld.

De 23–jarige barman S.K. uit Urk hoorde een werkstraf eisen van 240 uur. Ook wil de aanklaagster dat K. een voorwaardelijke celstraf van 1,5 jaar en een beroepsverbod van 5 jaar krijgt. Tegen de 24–jarige D.B. werd 200 uur werkstraf, een jaar cel voorwaardelijk en een kroegverbod van 2 jaar geëist. De 19–jarige J.W. moet later voorkomen.

Volgens de advocaten van de twee Urkers moet er vrijspraak volgen, omdat er helemaal geen sprake was van dwang of van opzet. Ze benadrukten dat het slachtoffer al dronken was toen hij in de kroeg belandde. De officier van justitie vindt dat drinkebroers altijd verantwoordelijk zijn voor het welzijn van hun mededrinkebroers.

De rechtbank doet 21 december uitspraak.