Buitenland

Verpaupering brengt sociale eendracht in Argentinië

De mate waarin Argentinië verarmt, blijft indrukwekkend en vooral ook tragisch. Ongeveer een jaar nadat de reeds langer sluimerende economische crisis plotseling escaleerde en het land in de financiële afgrond terechtkwam, zijn er nog steeds geen tekenen te bespeuren die duiden op herstel. Zowel het ministerie van Economische Zaken als de Centrale Bank vreest dat ook volgend jaar de inkrimping van de economie zal aanhouden. Misschien zal alleen de snelheid van het nationale verpauperingsproces enigszins afnemen.

Van onze correspondent
27 September 2002 11:48Gewijzigd op 13 November 2020 23:50

Recente koppen uit kranten als La Nacion en Clarin schetsen een even helder als schrikbarend beeld van de sombere werkelijkheid die in Argentinië thans heerst. ”Corruptie stijgt opnieuw”, ”Grootste val ooit van nationaal inkomen”, ”Honderdduizendste faillissement van het jaar uitgesproken”, ”Half miljoen arbeidsplaatsen verloren”, ”Aantal moorden met 58 procent gestegen”.

Tamara Villarroel (36) had twee jaar geleden een volgens eigen zeggen „prettig en comfortabel” bestaan met haar man en hun twee kinderen. Er stond een Fiatje voor de deur van de bescheiden nieuwbouwwoning. Allebei werkten ze en ze konden zich zelfs driemaal per week een hulp in de huishouding veroorloven. De val van het gezin verliep snel en genadeloos. „Ik dacht eraan te kunnen wennen, maar nog steeds schaam ik me diep, vooral wanneer mensen minachtend naar me kijken alsof ik ongedierte ben”, zo verzucht Tamara, terwijl ze om even over negen ’s avonds in het bijzijn van haar kinderen door stapels kantoorafval wroet op zoek naar iets waardevols als een platgevouwen kartonnen doos of een achteloos weggesmeten inktcassette. „Dat is voor mij de hoofdprijs. Je vindt die dingen zelden, maar je kunt ze zo verkopen voor een peso of drie”, aldus Tamara.

De wreedheid van de crisis heeft de Argentijnse niet alleen beroofd van een vaste baan, een deugdelijk onderkomen en een toekomstperspectief, maar ook van haar echtgenoot. „Hij kon het gewoon niet aan en is uiteindelijk weggelopen. Waarschijnlijk om de ontrafeling van de eerder veronderstelde zekerheden en daarmee van het gezin maar niet te zien of mee te maken. En hij is heus niet de enige”, zo weet Tamara.

Volgens schattingen van het ministerie van Sociale Zaken heeft de economische depressie -het stadium van recessie is inmiddels allang gepasseerd- minstens 2,5 miljoen Argentijnen tot de bedelstaf gebracht. Het zijn deze mensen die lusteloos met handkarretjes over de brede avenues en straten van het eens zo statige Buenos Aires sjokken, in de hoop ergens iets van waarde te vinden. De schokkende televisiebeelden uit verre, arme landen van op vuilnishopen krioelende mensen komen tegenwoordig haast letterlijk van om de hoek.

Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) komt Argentinië niet in aanmerking voor noodkredieten omdat de natie wegens politieke twisten niet bereid is om gezamenlijk de schouders te zetten onder een doeltreffend beleid voor wederopbouw. De analisten van het fonds constateren dat, ondanks de verschrikkelijke crisis, de bestuurders van het land meer aandacht besteden aan oude rivaliteiten dan aan de noden van de gemeenschap.

Maar hoewel politieke cohesie wellicht ver te zoeken is, brengen de slechte tijden wel een zekere eendracht in de van oudsher door scherpe klassenverschillen gekenmerkte Argentijnse samenleving. Nick Cushing is daarvan een voorbeeld. Deze eigenaar van een trendy bar voor zakenmensen in de elegante wijk Barrio Norte geeft zonder schroom toe nooit veel te hebben op gehad met „laten we zeggen sociaal minder succesvolle medeburgers.” Inmiddels houdt Nick elke avond een inzameling onder de klanten van The Spot en reserveert hij een deel van de omzet voor het helpen van onfortuinlijke buurtbewoners. Met de vaak niet kinderachtige opbrengst gaat Nick zelf naar de markt om inkopen te doen.

„Voorheen zou ik me nooit op de mark hebben laten zien. Vanwege de soms onprettige geurtjes en zo. Maar ik geef bijna 300 mensen een middagmaal en ik wil dus voor elke peso het volle pond krijgen”, aldus de bareigenaar, die zelf iedere ochtend, wanneer zijn etablissement officieel is gesloten, in reusachtige pannen staat te roeren om samen met zijn verloofde het eten op tafel te zetten dat anderen zich niet meer kunnen veroorloven.

Ook Gloria Polfrancechi, een zakenvrouw, kon de verarming van haar omgeving niet langer aanzien. In juni was Gloria getuige van een steeds normaler straatbeeld: een paar kinderen die met overgave zaten te peuzelen van uit vuilnisbakken opgeviste etensrestjes. „Dat was voor mij echt de grens”, zo vertelt mevrouw Polfrancechi. Ook voor haar gold destijds dat sociaal werk iets was waar „anderen” zich mee bezighielden. „Ik hield me bezig met geld verdienen en was daar redelijk goed in. Al dat politieke en sociale gedoe was niet echt aan mij besteed. Maar er komt een moment waarop je dit egoïsme, dat in Argentinië heel normaal is, moet laten varen. Dat je dus tegen jezelf zegt: zo kan het niet langer, ik ga iets doen.”

Dat betekende voor Gloria het opzetten en bekostigen van een keten gaarkeukens in een sloppenwijk. „Dat bleek nog niet eens zo makkelijk te zijn, want zelf had ik nog nooit een voet gezet in een krottenwijk. Het was in het begin ook wel eng: al die nogal lugubere types.” Inmiddels weet de zakenvrouw beter: „Mensen die ik vermeed om hun ruwe uiterlijk of onbehouwen gedrag blijken meestal harten van goud te hebben. Omgekeerd geldt overigens precies hetzelfde en ontvang ik veel warmte van mensen die mij eerst mogelijk alleen hadden gezien als een verwerpelijke tante op hoge hakken met te veel geld en een te groot ego.”

Terwijl mensen als Nick, Gloria en talloze anderen er maar het beste van proberen te maken, en eigenlijk de hele Argentijnse samenleving zoekt naar een manier om het te redden zonder daarbij te rekenen op hulp van de alleen in onvermogen en onkunde uitblinkende politici en bestuurders, stevent het geslagen land langzaam af op verkiezingen waarmee eigenlijk niemand raad weet. Enkele kandidaten roepen in hun radeloosheid zelfs dat zij -eenmaal gekozen tot president- alle politici van alle partijen resoluut naar huis zullen sturen om plaats te maken voor een nieuwe generatie „leiders uit het volk.” Alsof iemand naar hen luistert.

„Helaas kan ik niet anders dan constateren dat Argentinië een land is zonder enig greintje vertrouwen in zijn leiders en dat de Argentijnen nu dus ook het liefst willen dat iedereen aan de top inderdaad maar gewoon naar huis gaat en hen dus verder ook met rust laat. We zijn hard op weg ons te maken tot een natie van anarchisten”, zo concludeert oud-diplomaat en filosoof Carlos Escude. „Vroeger hadden ik en mijn maatjes overal wel een antwoord op. Dat is nu niet langer het geval. We kunnen met elkaar zo veel denken als we willen, maar een werkbare oplossing ziet niemand. Misschien moeten we als Argentijnen ons er maar bij neerleggen dat we niet langer de door welvaart arrogant geworden yankees zijn van Zuid-Amerika, maar eerder de zielenpootjes en bedelaars”, aldus de denker.

Amper drie jaar geleden lag Argentinië’s jaarinkomen per hoofd van de bevolking op een voor dat continent benijdenswaardig niveau van 9000 dollar. Thans is daarvan amper eenderde deel overgebleven, hetgeen de eens trotse pampanatie qua welvaartspeil terugbracht tot net een fractie boven het niveau van Guatemala.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer