Meer macht Brussel over begroting eurolanden
Als het aan de Nederlandse regering ligt, krijgt de Europese Commissie de macht om eurolanden die zich niet houden aan Europese begrotingsafspraken sneller tot de orde te roepen. Op dit moment beslist niet de commissie daarover, maar hebben de lidstaten het laatste woord over de vraag of een lidstaat op de vingers moet worden getikt, of erger een boete moet worden opgelegd.
Dat bleek uit een Europese notitie waarover het kabinet-Balkenende het donderdag eens werd.
De Europese Commissie zou niet anders willen dan wat Nederland voorstelt. Onder druk van de grote lidstaten Duitsland, Frankrijk en Italië, die kampen met een oplopend begrotingstekort, lanceerde de commissie dinsdag echter het voorstel om twee jaar respijt te geven aan eurolanden om hun begroting op orde te brengen.
Die invloed van de grote lidstaten zint Den Haag, bezorgd over de stabiliteit van de euro, duidelijk niet. Staatssecretaris Nicolaï van Europese Zaken ziet het voorstel om de commissie een soort wapen in handen te geven doordat ze een „vroegtijdige waarschuwing” kan afgeven als „een logisch uitvloeisel van afgesproken beleid”. „Je bent dan niet meer afhankelijk van grote lidstaten”, voegde hij er zonder omwegen aan toe.
In de nota ’Europa in de Steigers’ pleit de regering verder voor de mogelijkheid om nationale parlementen te laten beslissen of bepaalde onderwerpen wel een EU-aangelegenheid moeten zijn of niet. Zo zou bijvoorbeeld de Tweede Kamer een ’gele kaart’ moeten kunnen trekken als parlementsleden vinden dat de Europese Unie zich niet met een bepaalde zaak bezig moet houden.
De Europees commissaris die zich in Brussel met een bepaalde zaak bezig houdt, moet de mogelijkheid krijgen zich in een hoorzitting met het nationale parlement te verdedigen en aan te geven waarom de EU zich wel over dat onderwerp moet buigen. Het donderdag gepresenteerde rapport is de inzet van de regering voor de Europese Conventie, een brede vergadering van vertgenwoordigers van EU-lidstaten, Europees Parlement en kandidaat-landen die een hervorming van de Europese Unie voorbereidt.
In de nota houdt Nederland vast aan het wisselend voorzitterschap van de EU per half jaar voor verschillende lidstaten. Wel moeten twee landen tegelijkertijd een ’duo-voorzitterschap’ bekleden. Staatssectetaris Nicolaï hoopt daarmee te voorkomen dat in een Europese Unie van 25 lidstaten een land maar om de twaalf of dertien jaar voorzitter is.
Bovendien zouden de twee landen die samen voorzitter zijn hun onderlinge band sterk kunnen verbeteren. Nederland is niet gewonnen voor het idee om één land of zelfs persoon gedurende twee jaar alleen EU-voorzitter te maken, zoals de grote lidstaten nu willen. Bedoeling is hiervoor steun te krijgen van de andere Benelux-landen.
De regering wil verder kijken of Europa meer met één mond kan spreken in de rest van de wereld. Nu is oud-NAVO-chef Solana EU-gezant voor buitenlands beleid, maar moet hij op dit terrein ook bevoegdheden afstaan aan Europees commissaris Patten (Buitenlandse Zaken). Nederland pleit ervoor deze functies op de lange duur in elkaar te laten opgaan.
Tevens is het kabinet-Balkenende voorstander van één zetel voor de Europese Unie in bijvoorbeeld de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, de Wereldbank en de G7 of G8, de economische grootmachten van de wereld. Dat moet ook gebeuren zonder tussenstappen. „Het is zaak deze stap dan in één keer te nemen om te voorkomen dat er een onbevredigende tussenoplossing zou ontstaan die aan de Nederlandse belangen geen recht zou doen”, aldus de nota.