Hermeneutiek ter voorkoming van extremisme
UTRECHT - Hermeneutiek. Dat bleek gistermiddag in Utrecht het sleutelwoord in een „tweespraak” tussen de islamitische theoloog dr. Abdelilah Ljamai en de rooms-katholieke dr. Marcel Poorthuis. „Ik vind dat u beiden toch wat simpel bent”, luidde het commentaar van een aanwezige. „U zegt eigenlijk: Als je er de hermeneutiek op zet, dan verliezen de teksten hun tanden. Zou het echt zo zijn?”
De nieuw opgerichte Faculteit Katholieke Theologie (FKT) van de Universiteit van Tilburg hield gisteren haar eerste faculteitsdag, in Utrecht. Thema van de dag was ”Koran en Bijbel tussen heiligheid en gevaar”.Daarover ging ook de „tweespraak” tussen dr. Ljamai en dr. Poorthuis, beiden docent aan de masteropleiding wereldreligies in confrontatie en dialoog. Van een gesprek, zoals aangekondigd op het programma, was overigens nauwelijks sprake. Als eerste hield dr. Ljamai een inleiding, vervolgens dr. Poorthuis. Daarna was er nog kort de gelegenheid tot vragen stellen.
De meerderheid van de moslims beschouwt de Koran als een hemels boek, zei dr. Ljamai in zijn referaat, „een boek dat via de engel Gabriel in het hart van de heilige Mohammed is gelegd.” Dat neemt niet weg dat de (Arabische) tekst vaak op verschillende manieren kan worden geïnterpreteerd. De historie van de islam geeft daar ook blijk van, aldus de theoloog: er zijn uitleggers die een mystieke uitleg voorstaan, en uitleggers die een meer rationele uitleg voorstaan.
Maar er zijn ook uitleggers die slechts een letterlijke uitleg voorstaan. „In onze tijd kennen wij het fundamentalisme”, zei dr. Ljamai - „wat overigens niet uitsluitend in de islam voorkomt. Ook in het jodendom, in het christendom, én in de islam.” Deze „stroming” kenmerkt zich volgens hem door onder andere oppositionalisme, verzet tegen theologisch modernisme, anti-individualisme en selectiviteit.
Als voorbeeld gaf hij de radicaalislamitische beweging ”Takfir wal Hijra” (excommunicatie en migratie), met aanhangers in onder andere Den Haag (de Hofstadgroep), Amsterdam, Rotterdam, Roosendaal, Heerlen en Maastricht. „Deze beweging wil de Korantekst letterlijk nemen, en vindt dat moslims terug moeten naar de zuivere islam. Zij streeft de oprichting van islamitische staten na, en schuwt daarbij liquidaties en zelfmoordaanslagen niet.”
Er zou binnen de islam meer ruimte moeten komen voor hermeneutiek, aldus dr. Ljamai. „Moslimburgers in Nederland moeten rekening houden met de nieuwe context waarin zij verkeren, in de diaspora. De hermeneutiek kan mijns inziens helpen extremisme te voorkomen.”
Ook de rooms-katholieke theoloog dr. Poorthuis hecht groot belang aan de hermeneutiek, aan het ”vertalen” van heilige teksten naar de tijd van nu. Hij beriep zich daarbij op onder anderen de kerkvader Augustinus. Fundamentalisme, aldus dr. Poorthuis, ook christelijk (Amerikaans) fundamentalisme, leidt tot haat in plaats van liefde, tot oorlog in plaats van vrede. „Het is de taak van de theologen om het menselijk te houden - tegen geweld, tegen uitsluiting.”
„Op welke wijze heeft de manier waarop Amerikaanse fundamentalistische protestanten de Bijbel lezen gevolgen voor het lezen van de Bijbel door gelovigen in Nederland?” wilde dr. Ljamai van zijn collega weten.
Dr. Poorthuis: „Ik denk dat dit fundamentalisme alleen maar sterker wordt. Allerlei schema’s, over de eindstrijd, over apocalyptiek, worden alleen maar sterker. Als je kijkt bij de Tempelberg in Jeruzalem, waar grote groepen Amerikaanse evangelicalen eigenlijk niet anders willen dan de twee moskeeën die er staan vernietigen en de tempel herbouwen, dan denk ik dat we dat niet moeten onderschatten. Ook de joods-christelijke dialoog komt onder druk te staan, omdat evangelicale en fundamentalistische stromingen deze terzijde schuiven.”
„Ik vind dat u beiden wat simpel bent”, merkte iemand vanuit de -volle- zaal op. „U zegt eigenlijk: Als je op de teksten in de Koran, in de Bijbel, de hermeneutiek zet, dan verliezen deze teksten hun tanden. Dat hoor ik van u beiden. Zou het echt zo zijn?”
Handboek
Aan het slot van de bijeenkomst werd, „bij wijze van verrassing”, een nieuw boek overhandigd aan kardinaal Simonis - die volgende week zaterdag afscheid neemt als aartsbisschop van Utrecht en voorzitter van de Nederlandse bisschoppenconferentie. Het betrof het boek ”Iconoclasm and Iconoclash - Struggle for Religious Identity”, onder redactie van Willem van Asselt, Paul van Geest, Daniela Müller en Theo Salemink (uitg. Brill, Leiden).
„Mensen uit de rooms-katholieke, protestantse en joodse traditie hebben zich samen gebogen over een onderwerp dat in hevige mate tot conflicten heeft geleid”, merkte de protestantse kerkhistoricus dr. W. J. (Willem) van Asselt op richting de kardinaal. „Was de protestantse beeldenstorm een soort vandalisme? Vernielzucht? Ging het hier om calvinistische hooligans? Ik denk het niet, en daarover hebben we als auteurs uitgebreid met elkaar gesproken.”
Wat Van Asselt betreft, is het nieuwe boek een standaardwerk geworden. „Wie in de toekomst nog iets zinnigs over de rol van beelden wil zeggen, kan niet om dit boek heen.”