Zonder water geen energie in Brazilië
RIO DE JANEIRO (IPS) - Hopen op regen, zodat de stuwmeren van de waterkrachtcentrales weer vol raken. Op korte termijn kan Brazilië niet veel anders doen om een energietekort tegen 2010 te bezweren. De recent ontdekte olie- en gasreserves voor de Braziliaanse kust zijn ten vroegste binnen zes jaar te exploiteren.
Eerst het goede nieuws. Door de ontdekking van de olie- en gasvoorraden van Tupi in de Baai van Santos, voor de kust van de zuidelijke deelstaat Sao Paulo, zijn de geschatte reserves in één keer 50 procent groter geworden. Op langere termijn heeft Brazilië nu genoeg fossiele brandstoffen om zijn eigen behoefte te dekken en zelfs een deel te exporteren.Voor het zover is, dreigt er voor het land met 188 miljoen inwoners een periode van energieschaarste, die volgens specialisten zou beginnen in 2009 of 2010. „De economie groeit met 3 tot 5 procent per jaar, maar er zijn geen investeringen in de energiesector gedaan om die groei te ondersteunen”, zegt Adriano Pires, directeur van het Braziliaanse Centrum voor Infrastructuur. „Tot 2010 moeten we bidden om regen.”
Op dit moment haalt Brazilië 84 procent van zijn energie uit waterkrachtcentrales. Omdat het water in de stuwmeren door de aanhoudende droogte onder een kritisch niveau was gezakt, moest Petrobras begin november een deel van het uit Bolivia geïmporteerde aardgas gebruiken om genoeg elektriciteit te produceren. Bijgevolg was er tijdelijk minder gas beschikbaar voor de industrie.
Voor Pires is dat een verontrustend teken. Hij sluit niet uit dat het tot een herhaling komt van het scenario van 2001, toen president Fernando Henrique Cardoso de stroomtoevoer streng moest rantsoeneren. „Hetzelfde kan nu met gas gebeuren”, zegt Pires.
Op korte termijn moet Brazilië de Boliviaanse president Evo Morales vragen meer aardgas te leveren, zegt Aquilino Senrak, hoofd van de ingenieursopleiding aan de federale universiteit van Rio de Janeiro. De invoer van vloeibaar aardgas is ook een mogelijkheid, maar een duurdere.
Het enige alternatief is inderdaad hopen op regen, aldus Senrak. „Het is ironisch dat we in deze situatie zijn aanbeland, in een land met het grootste potentieel voor waterkracht in de wereld, met de op zes na grootste uraniumvoorraad, en dat qua aardolieproductie op de veertiende plaats staat.”
Volgens Luis Messias van het staatsbedrijf Electronuclear is het probleem te wijten aan het feit dat politici in Brazilië te lang hebben getreuzeld met de bouw van een derde kerncentrale, de Angra III. De centrales Angra I en II leveren 2 procent van de energie in Brazilië en meer dan de helft in het zuidoosten van het land.
Rebeca Lerer van Greenpeace is het daar niet mee eens. Zij vindt dat de 2,7 miljard euro die nodig is voor de kerncentrale beter kan worden besteed aan een windmolenpark, „dat er in twee jaar kan staan, zonder de risico’s van ongelukken of kernafval.”
Op langere termijn, tegen 2050, acht Greenpeace het mogelijk dat Brazilië 88 procent van zijn energie uit hernieuwbare bronnen haalt en de rest uit aardgas, zonder gebruik te maken van petroleum of kernenergie. De milieuorganisatie stelt ook enkele „eenvoudige” maatregelen voor, zoals een verbetering van het hoogspanningsnet, om te vermijden dat de energie onderweg verloren gaat.