Vertaalslag nodig voor Evangelie
Traditionele evangelisatiemethoden voldoen niet meer in de huidige cultuur, meent Tim Keller. We moeten de aannemelijkheid van het christelijk geloof laten zien in woorden die onze cultuur kan begrijpen.
In het verleden was de westerse cultuur gestempeld door het christelijk geloof. Er was nog geen grootschalige uitholling van de opvattingen over God en waarheid en van de basale geloofwaardigheid en wijsheid van de Bijbel. Nu ligt dat anders. Het is als bij inenting. Een milde vorm van een aandoening wordt in iemands lichaam gebracht om de groei van antistoffen te bevorderen en hem immuun te maken voor de echte ziekte. Zo bevat de postchristelijke maatschappij een bijzondere weerstand tegen het echte christelijke geloof.Mensen die niets van het christelijk geloof weten, moeten door verschillende stadia geleid worden voordat ze het christelijk geloof en het Evangelie omarmen. Op het gevaar van versimpeling af noem ik er vier: begrijpelijkheid, geloofwaardigheid, aannemelijkheid en intimiteit.
Begrijpelijkheid
Met intimiteit bedoel ik iemand leiden tot een persoonlijke overgave. Het probleem is dat haast alle moderne evangelisatieprogramma’s uitgaan van hoorders met een gekerstende achtergrond. Daarom vatten ze het Evangelie losjes samen om direct het stadium van intimiteit te bereiken. Deze aanpak voldoet echter niet meer.
Met ”begrijpelijkheid” bedoel ik de dingen in het juiste licht laten zien. Paulus heeft het in Athene (Handelingen 17) bijna de hele tijd over God en Zijn soevereiniteit, een Godgecentreerde geschiedfilosofie en andere basale elementen van een Bijbels wereldbeeld. Hij noemt Jezus slechts kort en dan alleen nog maar Zijn opstanding.
Veel mensen vinden dat gebrekkige evangelieverkondiging. Ze menen dat je mensen in elke preek moet voorhouden dat zij zondaren zijn op weg naar de hel en dat zij zich moeten bekeren en in Jezus geloven. Zolang het verstand en het wereldbeeld echter niet op deze boodschap zijn voorbereid, zullen deze mensen echter ”zonde” en ”genade” en zelfs ”God” in hun eigen hokjes plaatsen.
Geloofwaardigheid
Geloofwaardigheid is het terrein van de ”defeaters”. Dat is een filosofische term voor een opvatting die, als hij waar is, tot gevolg heeft dat een andere opvatting dan níét waar kan zijn. Ik doel in dit geval op breed gedragen opvattingen die voor de meeste mensen als vanzelfsprekend gelden, maar die tegengesteld zijn aan een bepaald christelijk leerstuk.
In de oudere westerse cultuur waren er maar weinig van zulke ”defeaters”. Maar tegenwoordig heb je een goede lijst nodig van de tien tot twintig meest voorkomende, om die voortdurend in de prediking en de overdracht van het christelijk geloof te weerleggen.
Stel je voor dat iemand zegt: „Ik geloof dat alle religies even waar zijn; iemands visie op de geestelijke werkelijkheid is nooit superieur aan die van een ander.” Zo iemand moet je laten zien dat deze stelling zelf een geloofsuitspraak is die hij superieur acht aan de orthodox-christelijke visie. Hij doet dus precies wat hij een ander verbiedt. Dat is niet eerlijk!
Aannemelijkheid
Als we geen aandacht besteden aan geloofwaardigheid, klinkt niets van wat we zeggen aannemelijk.
Bij begrijpelijkheid en geloofwaardigheid gaat het om de onopgeefbare hoekstenen van het geloof, de waarheidsclaims die de luisteraars onder ogen moeten zien. Maar bij het derde stadium, aannemelijkheid, probeer je aan te sluiten bij hun hoop, geloof, streven en verlangen diep vanbinnen. Dat is wat aangeduid wordt met contextualisatie. Dat is niet hetzelfde als zeggen wat mensen graag willen horen. Contextualisatie laat mensen zien hoe de loop van hun eigen leven, de hoop van hun eigen hart en de worsteling van hun eigen cultuur in Jezus Christus worden vervuld.
Een voorbeeld. Als ik met iemand praat die beweert dat niemand een superieure visie op de geestelijke werkelijkheid heeft, antwoord ik altijd dat ook dat een visie op de geestelijke werkelijkheid is, met als claim dat de wereld beter wordt als iedereen het gelooft. Iedereen heeft onvermijdelijk exclusieve visies. Daarom is de echte vraag voor iemand die het christelijk geloof om deze reden niet aannemelijk vindt niet: Denk je dat je de waarheid hebt? maar: Welke waarheidsclaims leiden tot een vredelievende, niet-superieure houding tegenover mensen met wie je grondig van mening verschilt?
Het centrum van de christelijke waarheidsclaim is een Mens aan een kruis, stervend voor Zijn vijanden, biddend om vergeving voor hen. Ieder die de implicaties daarvan doordenkt, zal uitkomen bij liefde en respect, zelfs voor tegenstanders.
Contextualisatie
In dit voorbeeld neem ik een hoofdthema uit de seculiere cultuur, namelijk dat we leven in een pluralistische samenleving leven en dat we bronnen voor vredelievendheid nodig hebben. Ik beargumenteer dat religieus relativisme geen oplossing is. In plaats daarvan wijs ik erop dat het verlangen van onze pluralistische cultuur naar vrede en respect tussen mensen met een verschillend geloof het beste wordt vervuld in Jezus’ dood aan het kruis. Dit is contextualisatie - het laten zien van de aannemelijkheid van het geloof in woorden die mijn cultuur kan begrijpen. Dat moeten we vandaag de dag doen.
Natuurlijk is er altijd het gevaar van overcontextualisatie, maar er is eenzelfde gevaar van ondercontextualisatie. Als je te veel aanpast, haal je de afgoden van de nieuwe cultuur binnen. Maar als je te weinig aanpast, zou je de afgoden van de oude cultuur wel eens binnen kunnen halen. Stilstaan is geen garantie voor leerstellige zuiverheid. We kunnen er niet omheen om hierover na te denken.
De auteur is predikant van Redeemer Presbyterian Church in New York. De tekst van dit artikel is ontleend aan zijn bijdrage aan het boek ”The Supremacy of Christ in a Postmodern World”, dat onlangs verscheen bij Crossway Books (www.crossway.com).