Kerk & religie

Op zoek naar catechisanten

De catechese bevindt zich in een crisis. Het aantal catechisanten is in sommige hervormd-gereformeerde gemeenten gehalveerd, zegt prof. dr. W. Verboom (Waddinxveen). „Ik ben bang dat er in de toekomst nauwelijks of geen catechisanten meer komen.” En dan het hardnekkige ordeprobleem. „Voor veel predikanten is het een bezoeking als de ”r” weer in de maand is.” In de Gereformeerde Gemeenten is er (nog) geen sprake van een daling van het aantal catechisanten, zegt ds. M. Golverdingen (Boskoop), maar daar woekert de verwereldlijking ondergronds door. „Ik ben vooral bezorgd over het toenemend cafébezoek onder catechisanten.”

K. van der Zwaag
26 September 2002 08:47Gewijzigd op 13 November 2020 23:50

Prof. Verboom, hoogleraar aan de Universiteit Leiden namens de Gereformeerde Bond, wilde tijdens de jaarvergadering van de Gereformeerde Bond in mei de „klokkenluider” zijn door met deze problematiek in de openbaarheid te treden. Hij behandelde vervolgens in een artikel in de Waarheidsvriend een veelvoud van catechesemethoden, waarbij hij constateerde dat de eenheid in de catechese weg is. De veelheid aan methoden roept het beeld op dat het goed gaat in de catechese. „In allerlei gemeenten is dat ook het geval. Maar dat is niet de doorgaande lijn. Het gaat in veel gemeenten gewoon slecht met de catechese.”

Waarop doelde prof. Verboom? „In de eerste plaats zien we de laatste tien à vijftien jaar een grote terugloop van het aantal catechisanten. In een gewone doorsnee gereformeerdebondsgemeente is de opkomst soms gehalveerd. In een gerenomeerde gereformeerdebondsgemeente -ik noem geen namen- zijn er voor het eerst geen 12- of 13-jarigen meer. Daarvan schrok ik echt. De teruggang is niet te verklaren uit de vergrijzing, want het gaat daar om jonge gemeenten.”

In de tweede plaats, zegt prof. Verboom, is er op de plaatsen waar op traditionele wijze catechese wordt gegeven soms grote moeite met het bewaren van de orde. „Dat heeft misschien te maken met de mondigheidscultuur, maar ook met de motivatie van catechisanten. Er is een stuk demotivatie ontstaan. De stof sluit niet aan bij wat jongeren beweegt. Het lastige is dat de crisis in de catechese onder de meeste ambtsdragers onbesproken blijft. Wie het bespreekbaar maakt, stelt zich kwetsbaar op.”

Prof. Verboom is ervan overtuigd dat er meer achter deze crisis zit. „We zien de spanning tussen de levende leer die je wilt brengen, de leer van de Schrift en het erfgoed van de Reformatie, zoals dat in de Heidelbergse Catechismus tot ons komt. Die basiskennis is nodig. Maar aan de andere kant komen we in aanraking met de wereldse cultuur, waar jongeren naartoe gezogen worden. Als ambtsdragers zijn we niet in staat het probleem op te lossen. Er zijn wel veel goede catechesemethodes, maar die verschillen in aanpak doen de verwarring weer toenemen. De ene wil het bij het oude houden, de ander wil nieuwe wegen inslaan. Het resultaat is polarisatie.”

Genotscultuur
Ds. Golverdingen ziet in zijn kerkverband geen leegloop onder catechisanten, zeker niet de groep van 12 tot 16 jaar. „Al ben ik ook niet optimistisch. Het cafébezoek en de genotscultuur in onze kring zijn op lange termijn funest. Ik zie een tendens dat niet alle catechisanten tot het doen van belijdenis komen, dat ze uiteindelijk dus afhaken. De afkalving zie ik vooral onder de oudere jongeren.”

Over het ordeprobleem heeft ds. Golverdingen geen duidelijk beeld, maar hij schat in dat het overal voorkomt. „De catechese is gewoon de moeilijkste onderwijsvorm. Allerlei niveaus en allerlei leeftijdsgroepen zitten bij elkaar. Je kunt ze niet splitsen zoals in het gewone onderwijs. Je hebt de hele breedte van de kerk voor je en daarvoor ben je dan verantwoordelijk.”

Binnen de Gereformeerde Gemeenten worden cursussen voor ambtsdragers georganiseerd, zogeheten Gerichte Toerusting voor Ambtsdragers (GTA), waar ook de catechese aan de orde komt. Het ordeprobleem is een van de aandachtspunten.

Prof. Verboom wijst op het belang van de opstelling van de catecheet. „Straal je gezag of onzekerheid uit?” De Leidse hoogleraar is blij met catechesecursussen zoals die door de Christelijke Hogeschool Ede gegeven worden. „Maar wie zie je op zulke cursussen: ambtsdragers uit de Christelijke Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten. Nauwelijks mensen uit de Gereformeerde Bond.”

Ds. Golverdingen heeft de ervaring van gebrek aan belangstelling niet. „De GTA-curssussen zijn in een paar weken volgeboekt.”

Identiteit
De identiteit van catechese moet weer boven water komen. Dat is kort en goed de noodkreet van prof. Verboom. „Vanouds was catechese doopcatechese. Wat je nu ziet, is dat het zicht op de identiteit van de catechese zoek raakt. Catechese ontaardt soms in allerlei gedachten over zingeving en ontplooiing in plaats van haar te zien als leermiddel, in aansluiting op opvoeding en school.”

Prof. Verboom vreest dat ouders onvoldoende beseffen wat ze bij de doop van hun kinderen beloofd hebben. „Catechese wordt uitbesteed aan anderen, maar ik hoop wel dat de crisis in de catechese in elk geval leidt tot een grotere bewustwording bij de ouders.”

De structuur van „doop, catechese en belijdenis” is volgens de Leidse hoogleraar onopgeefbaar. „Die structuur staat wel onder druk. In de eerste plaats doen de catechisanten niet in alle gevallen belijdenis, in de tweede plaats weten ouders vaak niet hoe ze kinderen moeten opvoeden tot het geloof.”

Ook ds. Golverdingen staat achter deze structuur, al legt zijn kerkverband volgens hem een grotere nadruk op kennisoverdracht. „We laten meer ruimte voor het verborgen werk van de Heilige Geest. De noodzaak van wedergeboorte, bekering en geloof krijgt een duidelijk accent. De lijn tussen belijdenis doen en avondmaal is minder strak dan bij de Gereformeerde Bond. Maar dat neemt niet weg dat het een bijbels gegeven is om die structuur te handhaven.”

Prof. Verboom en ds. Golverdingen erkennen beiden dat de kennisoverdracht een belangrijke plaats moet hebben, zoals in de Gereformeerde Gemeenten benadrukt wordt. Hij wijst wel op twee gevaren: „Uitholling van het verbond en veruitwendiging door louter cognitieve kennisoverdracht. Ik pleit daarom voor een doorleefde vorm van catechese, niet voor het overdragen van allerlei stelsels van waarheden.”

Ds. Golverdingen: „Ik geloof niet dat het antwoord in specifieke methoden gezocht moet worden. De catecheet geeft zelf kleur aan zijn methode. Ik ben een voorstander van de Heidelbergse Catechimus en van het vragenboekje van Hellenbroek, maar dan gaat het er wel om hóé deze stof wordt overgedragen. Met dr. Verboom bepleit ik een doorleefde catechese, dus niet alleen kennisoverdracht zonder meer. In de catechese moet doorklinken dat de catecheet er wezenlijk bij betrokken is. Dat legt, om een ouderwets woord te gebruiken, beslag. Als je alleen puur dogmatische waarheden wilt overdragen, krijg je nooit echt contact met jongeren. Je moet aansluiting bij hun leefwereld zien te krijgen en duidelijk proberen te maken dat de inhoud van de catechese te maken heeft met de leefwereld van alledag.”

Prof. Verboom bepleit in dit verband het inschakelen van anderen dan predikanten of ambtsdragers. „Waarom moeten het altijd dominees zijn? Er zijn gemeenteleden die hiervoor uitermate gekwalificeerd zijn.”

Ds. Golverdingen: „Bij ons ligt dat anders. Catechese is verbonden aan het ambt. Gemeenteleden worden daar niet bij ingeschakeld. Wel is het zo dat er onder kerkenraadsleden gekeken wordt wie het meest voor dit werk geschikt is. Dat een predikant alle catechisaties doet, komt niet meer voor.”

Leeftijd
Een tendens in veel kerken is dat het uit het hoofd leren van vragen en antwoorden steeds meer onder druk komt te staan, als het al niet afgeschaft wordt. Prof. Verboom was er al mee opgehouden. „Het ging niet meer. We moeten uitkijken dat catechisatie in een negatieve sfeer verzandt.” Hij is er voorstander van kinderen op jonge leeftijd, omstreeks het tiende jaar, catechisatieles te geven. Niet alleen om de jongere generatie erbij te houden, maar ook om in te spelen op het vermogen van kinderen om zaken uit het hoofd te leren.

Ds. Golverdingen is voorstander van het doseren van kennisoverdracht. „De generatie van deze tijd is meer visiueel ingesteld. Het werken met sheets kan een goede oplossing zijn. De catecheet kan de kern van de les ook aanbieden in de vorm van enkele stellingen die de catechisanten uitdagen tot een antwoord. Van daaruit kan dan een leergesprek worden opgebouwd.”

Prof. Verboom: „Visualisering is goed, al lost het het probleem van de kennisoverdracht niet op. Ik heb wel eens een lichamelijk gehandicapte jongen gevraagd om op de catechisatie te komen vertellen wat het is om met de Heere te leven. Toen we een les hadden over belijdenis doen, heb ik drie mensen van 80, 50 en 25 jaar gevraagd hierover iets te vertellen uit hun eigen leven. Het maakte grote indruk. We moeten uitkijken dat we niet alleen negatief over catechese spreken. Er liggen zo veel kansen. Als we ze maar zien.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer