Kritiek op verhoging collegegeld
DEN HAAG - Minister Plasterk van Onderwijs krijgt zowel lof als kritiek voor zijn plan om het beroep van leraar aantrekkelijker te maken. De kritiek spitst zich met name toe op de verhoging van het collegegeld.
„De leraar moet als het ware weer terug op een voetstuk”, vindt minister Plasterk. Om het beroep aantrekkelijker te maken en zo het lerarentekort op te vangen, wil hij de salarissen van leraren verhogen. Dat kost de komende tien jaar ruim 1,1 miljard euro. Plasterk betaalt dat bedrag deels uit de reserves op zijn eigen begroting. Verder gaat het collegegeld het komende decennium jaarlijks met ongeveer 20 euro omhoog. Die verhoging wordt wel gecompenseerd voor studenten met een aanvullende beurs.Universiteiten, hogescholen en studentenorganisaties zijn tegen de verhoging van het collegegeld. „Het is niet logisch om het ene deel van het onderwijsgebouw te repareren door elders te snijden”, aldus voorzitter Sijbolt Noorda van de vereniging van universiteiten VSNU.
Leraren moeten ook weer langer gaan werken. Ze moeten op basis van vrijwilligheid naar een 40-urige werkweek. Hun inkomen stijgt dan wel. De zogeheten BAPO-regeling verandert. Nu kunnen leraren vanaf 52 jaar daarvan profiteren, straks mogen alleen docenten vanaf 60 jaar minder gaan werken met deels behoud van salaris.
Basisschooldirecteuren krijgen een salarisverhoging van 275 euro bruto per maand. Goed presterende leraren die op het maximum van hun schaal zitten, kunnen een bindingstoeslag krijgen. Leraren in achterstandwijken krijgen een tijdelijke toeslag. Door het inkorten van salarisschalen kan een docent sneller meer gaan verdienen. Hij moet wel zijn best doen, want automatische periodieken verdwijnen. Hogeropgeleide leraren krijgen niet automatisch meer salaris. De commissie Rinnooy Kan, die Plasterk heeft geadviseerd over het lerarentekort, had dat wel voorgesteld.
Rinnooy Kan is in grote lijnen tevreden met de maatregelen die het kabinet heeft aangekondigd. „Ik ben blij dat de urgentie van het probleem door het kabinet is onderkend. Het is van groot belang dat het beroep van leraar weer aantrekkelijk wordt.”
De Algemene Onderwijsbond (AOb) noemt het voorstel van Plasterk „een stap in de goede richting”, maar ook „deels een sigaar uit eigen doos.” De bond is het er niet mee eens dat oudere leraren langer moeten doorwerken. „Het lijkt erop dat leraren voor hun eigen salaris moeten betalen.”