Het nieuwe heidendom groeit
Humanisten suggereren dat de mensheid het risico loopt aan de goden overgeleverd te worden. En de Amerikaanse, presbyteriaanse theoloog dr. Peter Jones voorzei recent tijdens een meeting van de World Reformed Fellowship de opkomst en groei van nieuw heidendom. Die beide waarschuwingen sporen met elkaar. Maar de motivatie verschilt. Is het waar dat het neopaganisme in Europa in opkomst is?
Het Latijnse woord paganus duidt op een boerse, ongeleerde dorpsbewoner. Iemand van de heide. Latijnsprekende christenen relateerden het woord echter al in de tijd van het Romeinse Rijk aan religie. Een heiden was iemand die de oude goden diende. De term neopaganisme is een verzamelnaam. Daarbij is sprake van moderne, eigentijdse versies of interpretaties van oude godsdiensten.Neopaganisten houden zich niet aan één reeks van met elkaar in verband staande dogma’s. Zij zitten op de lijn van het polytheïsme: het geloof aan en de verering van diverse van elkaar onderscheiden goden. Er kan sprake zijn van pantheïsme: de schepper en de schepping vormen eigenlijk een eenheid. Vaak heeft neopaganisme ook animistische trekken: zelfs levenloze voorwerpen zijn bezield.
Aarzelend
Flarden van het neopaganisme steken soms aarzelend de kop op. Zij blijken dan kunstig verpakt. De KRO, dagblad Trouw en uitgeverij Ten Have organiseerden deze week een symposium over spiritualiteit. Marjoleine de Vos -bekend van haar columns in NRC Handelsblad- vroeg daar aandacht voor wat volgens haar de sterke kant is van religie. Dat is niet het zich richten op rechtzinnigheid in de leer.
De sterke kant van religie is, aldus de journaliste, dat zij mensen helpt. Hoe? Door middel van rituelen, gezangen en traditie. Kerken moeten mensen de gelegenheid bieden te denken zoals ze willen denken. Maar de kerk moet niet de dienst uitmaken. De kerk dient dus geen concrete confessie voor te schrijven. De kerk mag niet bepalen waarin mensen moeten geloven, „want daar ontstaat vaak ruzie over.”
In het boek ”Ietsisme” van dr. G. D. J. Dingemans kom ik aspecten tegen die mij enigermate aan het genoemde symposium doen denken. Ik lees in zijn studie over natuurpsalmen als uiting van vervoering over de adembenemende schoonheid van de schepping. Terwijl ook kunstwerken daar iets van kunnen weerspiegelen. En nog veel meer. Bovendien: „Wij mensen zijn scheppers naast God geworden.”
Wie deze sterke nadruk op rituelen en cultus, het afwijzen van voorschriften en de scheppende kracht van de mens weegt, komt zonder veel fantasie terecht bij de basale kenmerken van het Grieks-Romeinse heidendom. Voor Joden en christenen bestaat er een relatie tussen moraal en religiositeit. Via de Tien Geboden, of de Bergrede. Van zo’n verband is bij de oude, Grieks afgodendienaars geen sprake.
Bij de oude Griekse godsdienst was nagenoeg geen sprake van enig verband tussen goden en moraal. De Griekse godheden toonden zich egoïsten. Zij bleken doorgaans het tegendeel van beschermers van de goede zeden. Bovendien hadden zij nauwelijks overwicht over schepselen. Menselijke helden waren in staat om hen te kwetsen of te verwonden. De goden waren vaak niet superieur aan de mensen.
De vroege Grieken veronderstelden geen goddelijke kracht die ervoor zou zorgen dat de weldoeners een beloning en de boosdoener straf zouden krijgen, in dit leven of daarna. En het vereren van goden gebeurde niet door het naleven van morele regels. Dat had plaats door het vervullen van cultische voorschriften die een uitdrukking waren van weinig of veel respect voor mogelijke macht van goden.
Duidelijker
Neopaganisme steekt soms aarzelend de kop op. Bezoekers van het symposium zullen zich immers niet bewust in die richting begeven. Het nieuwe heidendom manifesteert zich echter ook agressiever. Via internet publiceert ene Hedzer zijn poëzie voor de figuur Brisamen. Dat dichtwerk is atheïstisch en tegelijk pantheïstisch. Het keert zich bovendien nadrukkelijk tegen de moderne cultuur met haar techniek.
Hedzer schrijft, zonder dat iets hem stopt: ”Geen God maar Goden/ heeft de mens van node/ sinds we weten dat het heelal/ nog leger is dan gedacht (…) Wel is alles bezield:/ Het hele heelal, behalve/ die pas ontdekte enorme leegte (…) Ondertussen heeft de techniek/ ons tot opgejaagde slaven gemaakt;/ hebben stuitend consumentisme/ globalisering en vervuiling/ ons allesbehalve gelukkiger gemaakt.”
De auteur werkte op internet voor het Nederlands Heidendom Forum. Hij motiveert dat als een „eigentijdse vorm van het geloof mijner verre Friesche voorvaderen.” Daarmee legt hij dus duidelijk een band met de Asen, de belangrijkste goden, overwegend krijgsgoden: Odin, Thor, Balder en Loki. En met de goden voor vruchtbaarheid: Njord, Freyr en Freya, die zorgden voor een goede oogst.
Cijfers
Iemand werpt tegen dat een paar voorbeelden nog geen culturele trend weerspiegelen. Dat is waar. Toch mag niemand het neopaganisme bagatelliseren. De website van het Nederlands Heidendom Forum telt alleen al 35.824 berichten. En daar hebben 147 geregistreerde gebruikers voor gezorgd. Zij zijn om zo te zeggen de figuren op de achtergrond. De auteurs. En heel Nederland mag er kennis van nemen.
Monica Furlong en Hanna Kraan schrijven volop kinderboeken over heksen. En die boeken worden genomineerd voor prijzen. Er verschijnt in Nederland een tweewekelijks blad met de naam ”Heks en haard”. Een abonnement op het krantje voor heksen en tovenaars is gratis. Er bestaan in ons lieve land inmiddels honderden heksensites. Tientallen daarvan zijn speciaal voor tieners en kinderen.
Speurwerk naar cijfers zou wellicht tot verbluffend resultaat leiden. Tijdens een bijeenkomst in Epe enige tijd geleden toonde dr. M. J. Paul aan -hij is docent aan de Christelijke Hogeschool Ede en de theologische Faculteit in Heverlee- hoe sterk het heidendom oprukt. Hij meent dat niet minder dan een half miljoen Nederlanders zich tot het neopaganisme rekent. Als dat bewuste keuzes zijn, is dat dramatisch.
Sneer
„Hoezo dramatisch?” antwoordt afzender ”religious tolerance” via internet. ’Zijn’ reactie heeft veel weg van een sneer: „Voor sommige fundamentalistische christenen zijn alle religies buiten het Jodendom en het christendom eigenlijk variëteiten van het satanisme. Voor praktisch ieder ander zijn neopaganistische religies gewoon individuele, spirituele groepen met weinig of geen verband met satanisme.”
En diezelfde afzender definieert: „Een neopaganistische religie is een modern geloof dat recent is gereconstrueerd vanuit geloven, godheden, symbolen, praktijken en andere elementen van een oude religie. Het druïdisme bijvoorbeeld is gebaseerd op het geloof en de praktijken van de oude Keltische priesters (…) Andere neopaganisten volgen Romeinse, Griekse, Egyptische of andere oude tradities.”
De kerk verwerpt allerlei afgoderij en bijgeloof. Maar neopaganistische religieuzen zijn ervan overtuigd dat er sprake is van een zinrijke religieuze wereldbeschouwing. Natuurlijk speelt magie niet overal een even grote rol. De spirituele beleving richt zich niet meer -zoals in het christelijk geloof- op Christus’ werk. De ervaring wordt een doel in zichzelf. De wortels daarvan liggen in de postmoderne cultuur.
De Volkskrant publiceerde recent een paginagroot artikel over die arme, tobbende christelijke homoseksuelen. De zwartekousenkerken kregen in dat verhaal weer eens onder uit de zak. Onder andere omdat ze een Bijbelvertaling gebruiken die uit het jaar 1600 dateert. Laten journalisten met dat soort verwijten liever ophouden. Het normloze neopaganisme heeft oudere wortels.
Trend
Een nieuwe culturele trend valt doorgaans moeilijk overtuigend, wetenschappelijk te onderbouwen. Het gaat primair om waarneming. Een proeve. In juni 2007 had de derde Nederlandse godinnenconferentie plaats in Lochem. In Hillegom is sprake van een godinnentempel. Anneke Wittermans wilde bij de opening van de Nehallenniatempel in Colijnsplaat een dans opvoeren om de godin te eren en contact te krijgen.
Neopaganisme is erg actief op internet. Wie de websites zoekt, waant zich terug in het heidense Europa van voor de kerstening. Jan de Zutter van de faculteit vergelijkende godsdienstwetenschappen in Antwerpen, zelf overtuigd neopaganist, geeft aan dat minstens 3 miljoen westerlingen zich tot de nieuwe heidenen rekenen. IJsland erkent de neopaganistische stroming Asatrú officieel als religie.
Cultuur
Het pluralistische postmodernisme behelst eigenlijk het einde van het seculiere humanisme dat nog eigen waarden erkende. In die zin is het radiospotje van het Humanistisch Verbond met de vrees aan de goden te worden overgeleverd een schot in de roos.
De dominante cultuur vormt een reactie op het modernisme en levert kritiek op het technicisme. Zij biedt een grote plaats aan ervaring. Die aspecten kregen niet slechts opnieuw waardering in het neohedonisme. Ze gingen ook mee in het neopaganisme. Lees Hedzer. Kijk naar de alinea’s onder ”religious tolerance”. De cultuur kent feitelijk geen houvast, geen objectieve werkelijkheid meer. Nu de zingeving van christelijk geloof wegvalt, keren aspecten van het oude heidendom terug. Dat is begrijpelijk. Een mens zoekt toch enige zin in zijn leven?
In de verlichting nam de vooruitgangsidee de plaats in van christelijke godsdienst. Wetenschappelijke vooruitgang functioneerde lang als enige gezagsvolle instantie. De verlichtende functie van de rede, de reddende rol van de techniek heeft nu afgedaan. ”Iets” nestelt zich op de plek die door God Zelf is bestemd voor authentiek geloof. Dat kan een nieuw hedonisme zijn, maar ook neopaganisme.
Antwoord
Tijdens de conferentie van de World Reformed Fellowship zei een inleider: „Het enige antwoord op het neopaganisme is: gereformeerde theologie.” Ik zou daaraan toe willen voegen: een Bijbelse levenswandel. Niet met de illusie dat zonde in eigen kracht valt te overwinnen, of dat er sprake zou kunnen zijn van een ombuigen van de culturele trends. Wel als manier om in leven te blijven en het Licht te verspreiden.
Juist gereformeerden die de waarheid van het dogma in het hart bevinden, hebben een boodschap aan de wereld die snakt naar het kwaad en naar lustig en lekker leven. Een wettisch harnas overtuigt geen heiden. Maar het duidelijke getuigenis van het voor rekening van de Zaligmaker te leven maakt nog altijd indruk op mensen. Op hen die zoeken en het echte nog niet vonden. Met minder kan het niet meer.
Ik weet zeker dat sommigen die dit laatste lezen schrikken. Omdat zij elke dag weer weet hebben van zonden en van tekortschieten. Omdat ze er zo vaak wanhopig beducht voor zijn geen heilige vruchten voort te brengen vanuit de ware Wijnstok. Omdat ze vrezen dat er geen enkel christelijk getuigenis uitgaat van hun leven. Omdat ze God graag zouden dienen, maar bang zijn Hem schande aan te doen.
Leeft er dan geen God meer Die hoort? Leeft er dan geen Zaligmaker meer die de Bron van het levende water blijkt? En Die sprak: „Ik bid niet, dat Gij hen uit de wereld wegneemt, maar dat Gij hen bewaart van den boze”? Leeft Jezus dan niet meer, Die zei: „De satan heeft ulieden zeer begeerd om te ziften als de tarwe; maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude”?