Bangladesh belooft mensen voedselhulp
DHAKA - De Bengalese overheid heeft donderdag voedselhulp beloofd aan de ongeveer 2,5 miljoen mensen die berooid zijn geraakt door de cycloon Sidr.
De overheid belooft elk van de overlevenden vanaf 1 december 15 kilo rijst per maand, zo heeft de regeringsadviseur voor Rampenbestrijding gezegd. Het programma duurt minstens vier maanden, zei hij. Hulpdiensten hebben grote moeite de afgelegen dorpen die op 15 november door de storm werden verwoest te voorzien van rijst, drinkwater en tenten. Door het tekort aan voedsel braken er in de drukbevolkte opvangcentra in het kustgebied gevechten uit tussen overlevenden.Kelly Stevenson, directeur van ”Save the Children Bangladesh”, schat dat 50 tot 90 procent van de gewassen in het gebied door de orkaan zijn verwoest, waardoor de komende zes maanden een voedseltekort dreigt voor 3 miljoen mensen. „Duizenden gezinnen lopen voor de tweede keer een reëel risico op overlijden, door gebrek aan schoon drinkwater, voedsel, onderdak en medische verzorging”, zei hij. Ook is een groot aantal drinkwaterputten door de cycloon verwoest. Om het uitbreken van ziektes te voorkomen is schoon drinkwater nu van levensbelang, zei Stevenson.
Internationale hulpverleners in Bangladesh zijn er naar eigen zeggen eindelijk in geslaagd alle rampgebieden in het door cycloon Sidr getroffen land te bereiken. Dat berichtte BBC World donderdag op basis van uitlatingen van grote VN-organisaties als Unicef en het wereldvoedselprogramma WFP.
De Bengalese overheid heeft woensdag gezegd dat het land 263 miljoen euro aan internationale hulp is beloofd, waarvan 170 miljoen euro afkomstig van de Wereldbank.
Verschillende hulporganisaties zetten zich in voor wezen of kinderen die door de cycloon getraumatiseerd zijn geraakt. Unicef heeft speciale onderkomens ingericht voor getroffen kinderen, die worden opgevangen met recreatie en medische en psychologische verzorging. Daarnaast stelt Unicef een lijst samen van kinderen die door de storm wees zijn geworden en probeert de wezen bij overlevende familieleden onder te brengen. „Sommige kinderen hebben dode lichamen gezien of waren getuige hoe hun familieleden gedood werden door bomen die op hun huizen vielen”, zei Raphael Palma, van World Vision Bangladesh, na een bezoek aan de districten Khulna en Bagerhat. „Ze zijn nog steeds getraumatiseerd en hebben hulp nodig.”
Een week na de storm spoelen er nog steeds lichamen op de kust aan. Volgens het leger staat het officiële dodental op 3167. Het ministerie voor Noodopvang meldt dat er 1724 mensen worden vermist en dat 28.188 mensen door de cycloon gewond zijn geraakt. Ook zouden 458.804 huizen zijn verwoest en 655.529 huizen beschadigd zijn geraakt.