„Ze zeiden: Je gaat kippen schoonmaken”
DEN HAAG - Een man uit Suriname weet het zeker. „Ze hebben gewoon bepaalde vooroordelen, dat je te laat zou komen, dat je niet goed werkt. Je moet jezelf toch bewijzen. Iedereen heeft vooroordelen, die heb ik ook.” Achter de cijfers in de donderdag gepresenteerde Discriminatiemonitor van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) gaan allerlei allochtonen met allerlei verhalen schuil.
„Ik ging de bedrijven na een maand gewoon opbellen”, aldus een middelbaar opgeleide Turkse man. „Acht van de tien keer krijg je te horen dat de brief niet is aangekomen. Maar ja, ik heb er toch gewoon een postzegel van 39 cent op gedaan. Ik neem aan dat de postbodes in Nederland hun werk gewoon goed doen.”Niet-westerse allochtonen hebben op de arbeidsmarkt te maken met belemmeringen die niet alleen zijn terug te voeren op een lager opleidingsniveau, minder werkervaring en een geringer beheersing van de Nederlandse taal. Met andere woorden, ze worden gediscrimineerd. Vooral bij de zoektocht naar werk stuiten allochtonen op problemen, concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau, dat op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken een rapport uitbracht over het onderwerp. De monitor, die deze week werd gepresenteerd, verschijnt dit jaar voor het eerst.
Marokkanen lijken het meest te maken te krijgen met discriminatie, blijkt uit het onderzoek. Rond 60 procent van de Marokkanen die het afgelopen jaar te maken kregen met discriminatie, vermoedt of weet zeker dat er sprake is geweest van discriminatie. Bij de Turken ligt dit percentage op 49 procent en bij Surinamers en Antillianen op 17.
Werk dat wel voorhanden is, maakt niet per se gelukkig. Een man van Somalische afkomst: „Ze zeiden: „We hebben een baan voor jou. Je gaat kippen schoonmaken en inpakken.” Kippen inpakken. Je hebt gestudeerd, zes jaar, een diploma en je moest negen of acht uur op je benen werken met dode kippen. Maar je wilt het doen om van deze omstandigheden weg te gaan naar andere omstandigheden. Na een paar jaren ben je oud, heb je je diploma’s aan de muur gehangen, omdat je geen ervaring hebt van de opleiding, en dan kom je in een cyclus.”
Wie eenmaal werk heeft, lijkt minder te maken te hebben met discriminatie, aldus het SCP. Autochtonen en allochtonen met dezelfde opleiding, ervaring en kennis van de Nederlandse taal hebben vergelijkbare functies en inkomens. Maar in citaten uit de praktijk klinkt de pijn door: „Elf maanden lang hoor je niks van je collega’s. Ze vragen nooit of je koffie wil. Maar met ramadan dan vragen ze allemaal of je koffie wil. De hele dag door.”
Veel allochtonen hebben het gevoel zich dubbel te moeten inspannen om zich te bewijzen op de werkvloer. SCP: „Ze moeten tonen dat ze te vertrouwen zijn, op tijd komen, geen taalfouten maken, niet stelen, de gestelde taak aankunnen enzovoort.”
„Je moet niet opgeven. Je moet dan wel dubbel je best doen, maar als je dat dan ook aantoont, denk je van: „Lekker, ik heb het gedaan en ik heb het goed gedaan”, zegt een Marokkanse middelbaar opgeleide man. Anderen beginnen niet aan die extra inspanning. Een Surinaamse, hoger opgeleide vrouw: „Ik heb een voorbeeld van een collega, die wilde graag voldoen aan de verwachting en aan het beeld. Hij wilde altijd op tijd komen, en keurig op tijd en helemaal braaf. Hij wilde echt beter zijn dan de Nederlanders. Ik weiger dat.”
Sommigen tonen vermijdingsgedrag. „Ik weet dat ik bij een commercieel bedrijf niet aan hoef te komen”, zegt een Marokkaanse vrouw. „Dat weet ik en dat probeer ik ook niet.”
Allochtone vrouwen lijken op de arbeidsmarkt overigens minder te maken te hebben met discriminatie. Nader onderzoek moet duidelijk maken of dat echt zo is, of dat zij evenveel last hebben van discriminatie als autochtone vrouwen, waardoor etnische afkomst geen rol meer speelt.
Antidiscriminatiebureaus krijgen jaarlijks ongeveer 400 klachten over discriminatie op de arbeidsmarkt. Deze bureaus zijn door het hele land te vinden; adressen en telefoonnummers staan op de site van de landelijke vereniging, www.art1.nl. Medewerkers begeleiden een hulpvrager „zo ver als hij zelf wil”, zegt Denise Zending van Radar, locatie Zuid-Holland-Zuid. „We proberen hen het juiste pad te laten vinden. Willen zij advies, dan geven wij advies. Hebben ze meer hulp nodig, dan bieden we meer hulp.” Hoor en wederhoor heeft altijd plaats.
De organisatie waarbij Zending werkt, laat zich vinden via internet (www.radar.nl), maar beweegt zich ook in het directe blikveld van mensen. Sinds september rijden er in Rotterdam trams met in koeienletters het 0900-nummer van Radar. De organisatie bezoekt gemeenten, laat er een vlag en folders achter en geeft via een scholenactie kinderen shirts met opdruk mee.
De antidiscriminatiebureaus geven niet alleen voorlichting en adviezen, ze kunnen cliënten ook doorverwijzen naar de Commissie Gelijke Behandeling. De commissie velde tussen 2004 en 2006 negen oordelen over discriminatie van allochtonen op de arbeidsmarkt. In meer dan de helft van de gevallen verklaarde de commissie de klacht gegrond.
Waarom discrimineren mensen? Het rapport legt dat uit aan de hand van begrippen als de realistische conflicttheorie en de sociale categorisatietheorie.
Art.1 verwijst op zijn site naar een gedicht dat in andere woorden hetzelfde vertelt. Ooit ontstond er een meningsverschil; mensen geloven in hun eigen gelijk, en „Ze begonnen/ groepjes te vormen/ die veranderden in heuse bewegingen/ compleet met leiders/ en kliekjesgedrag/ en spoedig viel/ het eerste slachtoffer.”