Kerk & religie

Refojongere: burger van twee werelden

GOUDA - „Luister naar kritische vragen van jongeren. Zeg niet: „Daar heeft Gods volk geen behoefte aan.” Door dat te zeggen, kweekt u potentiële kerkverlaters.”

Van een medewerker
15 November 2007 10:03Gewijzigd op 14 November 2020 05:17

Dat zei prof. dr. A. Baars woensdag in Gouda op een studiedag over jongeren en cultuur. De hoogleraar aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) was een van de sprekers op de drukbezochte conferentie, die als thema had: ”On speaking terms; de invloed van de cultuur op de ontwikkeling van jongeren”.De studiedag was georganiseerd door vier jeugdwerkorganisaties: de Hervormd Gereformeerde Jeugdbond (HGJB), de Hersteld Hervormde Jongeren Organisatie (HHJO), de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten (JBGG) en het Landelijk Contact Jeugdverenigingen (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken, in samenwerking met Driestar educatief.

Slag verloren
De hoofdlezing werd verzorgd door drs. J. Roeland, werkzaam bij het Blaise Pascal Instituut van de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam. Hij doet onderzoek naar evangelicale jongeren in Nederland. Het onderwerp van zijn lezing was: ”Op zoek naar authenticiteit. De betekenis van de hedendaagse cultuur voor de (religieuze) identiteit van jongeren”.

Volgens Roeland sluiten de evangelischen theologisch in grote lijnen aan bij het gereformeerd protestantisme, maar omarmen zij qua cultuur de hedendaagse wereld. Entertainment en religie liggen heel dicht bij elkaar. „Het evangelicalisme heeft een soort alternatieve jongerencultuur ontwikkeld met muziek, uitgaansmogelijkheden, kleding, cabaret, films, internetsites enzovoort. De evangelische wereld probeert een brug te slaan tussen het christelijk geloof en de hedendaagse cultuur: het evangelische geloof is fun, flitsend en toch ook gelovig.”

Hier ligt een kenmerkend verschil met de reformatorische gezindte, meent hij, die de hedendaagse cultuur juist buiten de deur probeert te houden. De reformatorische gezindte tracht de toegang tot de moderne media in te perken, omdat men zich er goed van bewust is dat die media de dragers zijn van de hedendaagse cultuur. „De slag is echter verloren”, zo stelde de onderzoeker. „Wat met de televisie buiten de deur gehouden is, komt met internet en mobieltjes binnen.”

Authenticiteit
Volgens de Amsterdamse onderzoeker zijn de reformatorische jongeren burgers van twee werelden geworden: enerzijds de wereld van thuis en kerk, anderzijds de wereld van internet en jeugdcultuur. „Dat wringt als het op identiteitsvorming aankomt.” De reformatorische wereld, zo zei hij, is vol met regels waarmee de refojongere zich dient te identificeren, terwijl de moderne cultuur juist vrijheid, individualiteit en keuze benadrukt.

Roeland constateert dat veel jongeren twee identiteiten hanteren en vraagt zich af hoe lang ze dit zullen volhouden. Misschien zullen ze de spanning van het behoren tot twee werelden uiteindelijk niet meer kunnen verdragen en zullen ze kiezen: of voor de reformatorische wereld of voor de wereld van de moderne cultuur.

Hij adviseerde de reformatorische gezindte om niet de vraag: „Hoe houden we ons afzijdig?” maar de vraag: „Hoe staan wij in de wereld?” centraal te stellen. Volgens hem zouden de reformatorischen kunnen zoeken naar meer raakvlakken met de moderne wereld, waar dat mogelijk is. Verder zouden ze zich kunnen bezinnen op de vraag in hoeverre bepaalde onderdelen van hun eigen cultuur Bijbels zijn.

Overigens stelde hij de refo’s gerust door te stellen dat cultuur niet het een en het al is. Ouders blijven een doorslaggevende rol spelen in de geloofs- en identiteitsvorming van jongeren. De onderzoeker raadde opvoeders aan om minder met macht, dwang en autoriteit te werken en meer met authenticiteit, integriteit en oprechtheid.

Vormendienst
Prof. dr. A. Baars reageerde in een coreferaat op de lezing van drs. Roeland. Volgens de Apeldoornse hoogleraar is het staan in deze wereld van fundamenteel belang. Hij noemde drie mogelijkheden om dat te kunnen doen.

De eerste mogelijkheid biedt het gezin. Prof. Baars: „Zijn er in het gezin en in de familie nog identificatiefiguren voor jongeren? Als er iets is wat jongeren stuurloos maakt, dan is het als religie ontaardt in vormendienst, een leeg testament.”

De hoogleraar vroeg aandacht voor gezinsgodsdienst en het luisteren naar jongeren, ook als ze kritisch zijn. Dat laatste kan een vorm van aandacht vragen zijn, zei hij. „Luister naar kritische vragen van jongeren. Zeg niet: „Daar heeft Gods volk geen behoefte aan.” Door dat te zeggen kweekt u potentiële kerkverlaters.”

Antenne
In de tweede plaats vroeg de hoogleraar aandacht voor de manier van leidinggeven aan jongeren. „Het ”gij geheel anders” is niet vooral een kwestie van regels, maar van een geestelijke houding. Het is wezenlijk om te leven vanuit de liefde. Wij moeten in een leven van liefde het goede zoeken voor elkaar.”

Als derde mogelijkheid noemde prof. Baars de preek, waarin jongeren antwoorden moeten krijgen op vragen die bij hen leven. „Predikanten moeten een antenne hebben voor de jeugd en zich in hun cultuur verdiepen. Het is te eenvoudig om anderen af te kraken met de opmerking: „Tegenwoordig heb je mensen die….” Een predikant kan, aldus prof. Baars, tegen traditionele gedachten ingaan als die in het licht van de Schrift minder van betekenis zijn.

Na de hoofdlezingen werden er verschillende workshops gehouden waarin de invloed van de cultuur op jongeren aan de orde kwam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer