De zelfkant van de WMO
„Luister, Tom Poes”, verklaarde Wikker de Wijsgeer, „wij hebben goede en slechte kanten; luie en ijverige, domme en knappe. Ga heen in vrede, en laat mij denken. Ik probeer te ontdekken of wij meer goede dan slechte kanten hebben.”
In ”De zelfkant” komt heer Bommel daar achter als hij alles kwijtraakt: zijn geld, zijn bezit en de ondersteuning van zijn anders zo trouwe bediende Joost.Schutting
Ook de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) heeft twee kanten: een zorgkant en een zelfkant. Bij de zorgkant gaat het om de belangen van de ander die ondersteuning nodig heeft. Bij de zelfkant gaat het om eigen belang en de rol die geld speelt.
Beide kanten zijn nauw verbonden. Zo is de WMO bedoeld om de sociale kracht van de samenleving te versterken. Tegelijkertijd gaat het om een bezuiniging op huishoudelijke verzorging.
Het probleem van de stijgende AWBZ-kosten is door de rijksoverheid over de schutting van de gemeenten gegooid. Via scherpe aanbestedingen schoven die de financiële risico’s door naar de thuiszorg. Daar zijn grote problemen ontstaan. Instellingen lopen gevaar, massaontslagen hangen vele werknemers boven het hoofd. Wat nu?
Eén thuiszorgorganisatie heeft kerkenraden bereid gevonden om bij te springen. En zo kan het gebeuren dat binnenkort de diaconie wordt gebeld.
„Met mevrouw X, moet u toch eens horen. Nu wil de gemeente dat ik wegga bij Thuiszorg A, en de verzorgende is echt als een dochter voor me. Ik wil blijven en nu las ik in de krant dat u de thuiszorg van A gaat betalen, het is mijn geval maar vijf uur per week…”
Warm
Wat nu? Vijf uur per week kost 5000 euro per jaar. Moet de diaconie de inkomsten van mevrouw X gaan beoordelen? Of haar spaarrekening? Moet de diaconie het huis van een trouw gemeentelid laten taxeren? Mevrouw vindt van niet: „Bij de gemeente krijg ik de zorg gratis, en u heeft toch iets afgesproken met A? Wat houdt dat eigenlijk in?”
De broeders krijgen het er een beetje warm van. Maar dan gaat weer de telefoon. „U spreekt met V, de verzorgende van mevrouw X.”
Ze valt met de deur in huis: „Mijn baan bij Thuiszorg A staat op de tocht en ik moet er niet aan denken ergens anders te werken. En nu las ik in de krant… Alstublieft, anders sta ik op straat, en dan kunnen we met ons jonge gezin niet meer rondkomen.”
Wat nu? Er zijn wel twintig gemeenteleden die van A thuiszorg ontvangen, en V heeft veel collega’s.
Indringend
Met de beste bedoelingen is de kerk zomaar aan de zelfkant van de WMO terechtgekomen. En dat terwijl juist de zorgkant zo’n indringend appel op de kerken doet om hun zichtbaarheid in de samenleving te vergroten.
Bij heer Bommel komt alles goed. „Jij denkt toch altijd aan anderen”, zei juffrouw Doddel, toen ze stadwaarts reden. Maar heer Ollie ontkende dat, toen hij een poosje had nagedacht. „Niet altijd”, sprak hij bescheiden. „Een heer heeft nog veel te leren. Vooral als hij denkt, dat hij geen heer meer is wanneer geld een rol gaat spelen. Maar als men dan met zijn zelfkant in de afval staat… eh… wat wilde ik ook weer zeggen, jonge vriend?”
„Straks”, zei Tom Poes.
Reageren aan scribent? nietbijbroodalleen@refdag.nl.