PKK laat acht Turkse soldaten vrij
IRBIL (AP) - Koerdische rebellen hebben zondag acht Turkse soldaten vrijgelaten die ze twee weken geleden gevangennamen en meenamen naar Noord-Irak, van waaruit ze opereren. De soldaten zijn via de autoriteiten in de semiautonome Koerdische staat in Noord-Irak overgedragen aan het Turkse leger.
De regering van de Koerdische staat zei de Koerdische rebellenbeweging PKK onder druk te hebben gezet om de soldaten vrij te laten. De soldaten werden op 21 oktober gevangengenomen bij een aanval die de rebellen vanuit Noord-Irak in het zuiden van Turkije uitvoerden. De aanval, die aan twaalf soldaten het leven kostte, sterkte Turkije in zijn voornemen om het leger naar Noord-Irak te sturen om de bases die de PKK daar heeft aan te vallen. De vrijlating van de soldaten zal Turkije naar verwachting niet van dit plan afbrengen. Turkije zegt het leger naar Noord-Irak te zullen sturen als de Verenigde Staten en Irak niet tegen de rebellen optreden. Zaterdag beloofde de Iraakse regering de PKK te zullen aanpakken.„Irak mag geen basis zijn voor aanvallen op buurlanden”, zei de Iraakse premier Nuri al-Maliki in Istanbul. „Wij zullen met onze buren samenwerken om deze dreiging weg te nemen.” Kort nadat hij deze belofte had gedaan sloot de politie in Noord-Irak kantoren van een partij die door Turkije als een dekmantel van de PKK wordt beschouwd.
Al-Maliki heeft zaterdag beloofd met de buurlanden van Irak samen te werken om terrorisme te bestrijden. Hij deed dat onder druk van de Verenigde Staten en Turkije, dat dreigt met een inval in Noord-Irak als er geen eind komt aan de PKK-aanvallen. „Irak mag geen basis zijn voor aanvallen op buurlanden”, zei hij. „Wij zullen met onze buren samenwerken om deze dreiging weg te nemen.”
Kort nadat Al-Maliki zijn belofte had gedaan sloten de Iraaks-Koerdische autoriteiten in Noord-Irak kantoren van de Koerdistan Partij voor een Democratische Oplossing in Irbil en Sulaimaniyah. Turkije beschouwt de partij als een dekmantel van de PKK.
Iraakse regeringsfunctionarissen die in Istanbul waren voor een conferentie over Irak beloofden hun Turkse gastheren meer te zullen doen om PKK-rebellen in Irak op te sporen en te arresteren. Zij zijn daarbij echter afhankelijk van verdergaande medewerking van de Iraaks-Koerdische regering in Noord-Irak, die er door Turkije van wordt beschuldigd de PKK te steunen.
De Turkse minister van Buitenlandse Zaken, Ali Babacan, hield de mogelijkheid van een invasie open. Hij zei dat Turkije beschikt over diplomatieke, economische en militaire middelen om de PKK aan te pakken en dat voorlopig geen van de drie wordt uitgesloten. „Hoe, wanneer en of die middelen zullen worden gebruikt, is een kwestie van strategie”, zei hij.
De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan vertrok na afloop van de conferentie naar Washington en zei dat de terreur van de PKK wederom het belangrijkste onderwerp zal zijn als hij dinsdag met de Amerikaanse president George Bush spreekt. Hij zei te verwachten dat zijn reis naar de VS zal resulteren in „solide stappen van de VS.”