De herdenking had plaats op het Rabinplein, waar de joodse extremist Yigal Amir Rabin twaalf jaar geleden na afloop van een vredesmanifestatie doodschoot en dat later naar de vermoorde premier werd vernoemd.Aan het begin van de herdenking werden opnamen vertoond van de toespraak die Rabin in 1995 op het plein hield voor de vredesdemonstranten. Tijdens de herdenking werd ook gedemonstreerd tegen het besluit van een rechter om de besnijdenis van de vorige week geboren zoon van Amir zondag te laten plaatshebben in de gevangenis waar de voor de moord tot levenslang veroordeelde Amir vastzit. Amir trouwde toen hij al gevangenzat en mocht in de gevangenis bezoek van zijn vrouw ontvangen. Amir kreeg geen toestemming om de gevangenis voor de besnijdenis van zijn zoon te verlaten, maar een rechter besloot dat de baby in de gevangenis besneden mocht worden, uitgerekend op de datum waarop Rabin werd vermoord.

In Israël gaan stemmen op om Amir gratie te verlenen, maar president Shimon Peres, die onder Rabin minister van Buitenlandse Zaken was en vlak bij de premier stond toen die werd doodgeschoten, heeft gezegd dat hij daar niets voor voelt. Minister van Defensie Ehud Barak zei zaterdag in een toespraak op het Rabinplein dat „de verachtelijke moordenaar” het niet verdiende dat er tijdens de herdenking aan hem werd gedacht. „Ik wil alleen dit zeggen: Zijn straf zal niet worden omgezet en de hekken van de gevangenis zullen hem tot zijn laatste dag insluiten”, aldus Barak.

Premier Ehud Olmert beloofde zondag de moordenaar van Rabin in de gevangenis te houden. „Het hele volk van Israël moet zich achter de herinnering verenigen en uitroepen: Nooit weer. Het is een duidelijke rode lijn waar geen enkel kamp, havik of duif, seculier of religieus, joods of niet-joods, overheen mag gaan”, zei hij tegen zijn kabinet.

De regering van Rabin bracht het eerste voorlopige vredesakkoord met de Palestijnen tot stand en Rabin kreeg daarvoor de Nobelprijs voor de vrede.