Geen subsidie voor hetze tegen Israël
De Tweede Kamer behandelt deze week de begroting van Buitenlandse Zaken, en dus ook die voor Ontwikkelingssamenwerking. De Kamer moet er tijdens het debat voor zorgen dat de subsidie voor de United Civilians for Peace (UCP) wordt teruggedraaid, want de organisatie voert een eenzijdig anti-Israëlbeleid, stellen Bert de Bruin, Markus Flamman en Indra Barry.
United Civilians for Peace (UCP) is een samenwerkingsverband van de medefinancieringsorganisaties ICCO, Oxfam-Novib en Cordaid met Pax Christi en het IKV. UCP zegt zich in te zetten „voor een rechtvaardige en duurzame oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict.” Echter, bij alle door UCP georganiseerde en betaalde acties, rapportages en opiniepeilingen komt alleen Israël steeds weer in de beklaagdenbank terecht. Wanneer Palestijnen, Libanezen, Syriërs of Iraniërs Palestijnse of Israëlische mensenrechten schenden geeft UCP niet thuis. De titel van een redactioneel commentaar in Trouw, nadat Kerk in Actie eerder dit jaar uit UCP trad, geeft de kern van de zaak goed weer: „UCP is te eenzijdig pro-Palestijns om een evenwichtige bijdrage te kunnen leveren.”Woordvoerders van UCP en de deelnemende organisaties praten hun eenzijdigheid niet alleen goed, ze gaan er eigenlijk zelfs prat op. Tenslotte vallen aan Palestijnse kant de meeste slachtoffers, dus moet Israël wel veel schuldiger zijn en keihard worden aangepakt. Dat Israëlische en Palestijnse slachtoffers van het conflict in gelijke mate onschuldig zijn aan hun ellende is een waarheid die niet aan UCP besteed lijkt te zijn.
Niet relevant
De eenzijdigheid en het polariserende karakter en effect van de activiteiten van United Civilians for Peace zouden minder bezwaarlijk zijn als niet het gehele budget van UCP -450.000 tot 500.000 euro per jaar- wordt betaald door de in het samenwerkingsverband deelnemende organisaties. Die bestaan alle vijf bij de gratie van Europese en Nederlandse overheidssubsidies voor ontwikkelingshulp. Desondanks hebben de volkomen eenzijdige lobbyactiviteiten van UCP totaal geen relevantie voor zelfs maar één doelstelling van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid, en dienen zij het buitenlandse beleid van de Nederlandse regering of van de Europese Unie op geen enkele wijze.
Vorige week verscheen een door ons samengesteld rapport, waarin voor het eerst de eenzijdigheid van UCP en de daarin samenwerkende organisaties duidelijk en systematisch werd aangetoond: men is niet zozeer pro-Palestijns als wel anti-Israël.
De reactie van UCP was voorspelbaar. Onze aantijgingen zouden niet nieuw zijn. Ook werd ons verweten Iran als onderwerp te berde te brengen: UCP houdt zich immers alleen met het Israëlisch-Palestijnse conflict bezig. Als Iran echter niets met dat conflict te maken heeft, waarom vond Lambrecht Wessels -mediacoördinator van UCP, en een van de luidste stemmen en meest zichtbare gezichten van de organisatie- het dan noodzakelijk om in april in Trouw het Iraanse verlangen naar nucleaire wapens zo fel te verdedigen? In een artikel (”Iran wil graag veranderen, maar op zijn voorwaarden”, 12 april 2007) hekelt Wessels de agressie van Amerika en Israël, en schrijft hij dat Israël ten onrechte vreest dat Iraanse atoomwapens tegen de Joodse staat gebruikt zullen worden. Dat Wessels Ahmadinejads ondubbelzinnige dreigementen richting ”de Zionistische entiteit” geheel negeert, is minder opvallend dan het feit dat hij het Iraanse recht op atoomwapens bepleit: Iraanse leiders benadrukken immers zelf continu dat hun nucleaire programma vreedzame doeleinden dient.
Geen persbericht
In het persbericht dat UCP als reactie op ons rapport uitbracht, staat dat het samenwerkingsverband wel degelijk ook aandacht aan Palestijnse mensenrechtenschendingen besteedt: het Palestijnse Al-Haq schreef recent „in opdracht van UCP een kritisch rapport over het Palestijnse mensenrechtengedrag (sic) tijdens en na de machtsovername van Hamas in de Gazastrook.” Dit ”briefing document” kwam op 18 oktober 2007 uit. Waarom vinden we noch op de UCP-website noch in enig ander medium tussen 18 juni (een bericht over ”de illegale Israëlische muur”) en 25 oktober (publicatie van ons rapport) een persbericht van UCP? Was het onderwerp van het Al-Haqrapport geen persbericht waard?
In haar hetze tegen Israël schuwt UCP geen middel om haar stem zo luid en duidelijk mogelijk te laten horen. Wanneer men na ruim 600 Palestijnse slachtoffers van Palestijns geweld tussen januari 2006 en juni 2007 eindelijk niet meer om het Palestijnse onderlinge geweld heen kan, wordt in alle stilte en rijkelijk laat een summier en nogal wollig geschreven Engelstalig rapport „naar buiten gebracht.” Je zou haast denken dat het Al-Haqrapport vooral bedoeld is om het eigen straatje van UCP schoon te vegen.
Volgende week wordt in de Tweede Kamer de begroting voor Buitenlandse Zaken, en dus ook die voor Ontwikkelingssamenwerking, behandeld. United Civilians for Peace voert een eenzijdige politieke hetze met geld uit Brussel en Den Haag dat eerst en vooral voor ontwikkelingshulp bestemd is. Het overheidsgeld dat bij UCP terechtkomt kan beter besteed worden. In ons rapport bespreken we uitgebreid enkele gezamenlijke Israëlisch-Palestijnse en Joods-Arabische projecten. Meer steun aan en vooral meer aandacht voor dergelijke samenwerkingsverbanden zou een betere en constructievere besteding van subsidies zijn dan het polariserende samenwerkingsverband dat UCP heet.
Bert de Bruin is historicus en Markus Flamman en Indra Barry zijn onderzoekers en samenstellers van het CIDI-rapport ”United Civilians tegen Israël”.