Opinie

Synode PKN moet polarisatie voorbij

De onopgeefbare verbondenheid van de kerk met het volk Israël moet hand in hand gaan met een oecumenische verbondenheid met Palestijnse christenen, stelt prof. dr. Simon Schoon. Dat levert spanningen op, maar die moet de kerk uithouden.

29 October 2007 12:22Gewijzigd op 14 November 2020 05:13
„Het is mogelijk om bruggen van begrip te slaan en vooroordelen op te ruimen. In Nes Ammim ontvangen we groepen Joden en Palestijnen, voornamelijk uit Galilea, waar beide bevolkingsgroepen ongeveer gelijk vertegenwoordigd zijn. Waarom is in Nederland niet
„Het is mogelijk om bruggen van begrip te slaan en vooroordelen op te ruimen. In Nes Ammim ontvangen we groepen Joden en Palestijnen, voornamelijk uit Galilea, waar beide bevolkingsgroepen ongeveer gelijk vertegenwoordigd zijn. Waarom is in Nederland niet

Half november zal de synode van de PKN zich opnieuw bezighouden met het thema Israël en de Palestijnen. Een heet hangijzer! Een thema dat doorgaans hete hoofden en koude harten veroorzaakt. Levendig herinner ik me de discussies bij de gereformeerden en hervormden in de jaren tachtig tussen de instanties Kerk en Israël en Werelddiaconaat. Ook de felle debatten tussen het Overlegorgaan van Joden en Christenen en de Raad van Kerken haalden toentertijd de voorpagina’s. Als ik nu vanuit Israël de vele podiumartikelen probeer te volgen, dan krijg ik het beklemmende gevoel dat er nog niets is veranderd. De polarisatie viert nog steeds hoogtij.Sinds 1 september werken mijn vrouw en ik voor een klein jaar in Nes Ammim. Terug van weggeweest, want we woonden hier ook van 1974 tot 1981. Veel is veranderd, maar de tegenstellingen tussen Joden en Palestijnen zijn eerder toegenomen dan afgenomen. Na twee intifada’s en de laatste Libanonoorlog is het een wonder dat er nog zoveel gespreksgroepen bestaan tussen Joden en Palestijnen over religieuze en politieke thema’s. Het is mogelijk om bruggen van begrip te slaan en vooroordelen op te ruimen. In Nes Ammim ontvangen we groepen Joden en Palestijnen, voornamelijk uit Galilea, waar beide bevolkingsgroepen ongeveer gelijk vertegenwoordigd zijn. Waarom is in Nederland niet mogelijk wat in Galilea wel gerealiseerd wordt?

Sjibbolet
Op een of andere manier is in Nederland de term ”onopgeefbaar verbonden” een sjibbolet geworden. Die term komt voor in het grondartikel van de kerkorde van de PKN, waar gesproken wordt over „de onopgeefbare verbondenheid van de gemeente van Jezus Christus met het volk Israël.” Terwijl de inhoud van de synodenota over Israël en de Palestijnen nog onbekend is, worden er al vele schoten voor de boeg gelost. Sommige scribenten pleiten ervoor de genoemde verbondenheid op te heffen. Anderen willen die juist uitbreiden tot de staat Israël, waarover de kerkorde met geen woord rept. Standpunten worden zwart-wit tegenover elkaar geplaatst. Het brede midden van de PKN zwijgt, omdat men moe is van het gekrakeel en zich niet herkent in de uiterste standpunten. De meeste kerkleden zouden ongetwijfeld graag én-én willen zeggen. Waarom zou een onopgeefbare verbondenheid met het volk Israël niet hand in hand kunnen gaan met een oecumenische verbondenheid met Palestijnse christenen? Voor de media wellicht niet interessant, omdat dat lijkt op het sparen van de kool en de geit. Beide vasthouden betekent geen spagaat maar is de enige begaanbare weg voor een kerk. Hopelijk houden synodeleden het hoofd koel en kiezen ze voor een helder én-én. Daar is lef voor nodig, meer dan voor een keus voor één van beide extremen.

Verbondenheid
Verbondenheid geldt met het vólk Israël, met zijn unieke religieuze én etnische identiteit. Christenen moeten niet proberen te scheiden wat God samengevoegd heeft. Het is daarom onjuist te stellen dat „we als kerk alleen onopgeefbaar met Israël verbonden kunnen zijn in zoverre het Joodse volk zichzelf ook gebonden weet aan de Thora en het Verbond waarin Gods verkiezing zich wil realiseren” (zo dr. H. Veldhuis). De kerk is onopgeefbaar verbonden met het volk Israël vanwege haar oorsprong en vanwege de gezamenlijke Heilige Schrift.

Dat het volk Israël over heel de wereld zich ook onopgeefbaar verbonden weet met het land en de staat Israël, kan christenen na de Shoah niet onverschillig laten. Dat vergt onze solidariteit met het bestaansrecht van de staat Israël. Maar de wereldwijde kerk, waarvan de PKN een klein deel vormt, is tevens verbonden (zo men wil ”onopgeefbaar”) met de christenen in het Midden-Oosten, waaronder de Palestijnse christenen. Die twee soorten verbondenheid leveren spanningen op, maar die zullen door de kerk uitgehouden moeten worden.

Is die positie onhoudbaar? Het geleefde leven van Nes Ammim bewijst elke dag opnieuw dat het mogelijk is. Tussen de Joden van kibboets Lochamei Haggettaot, gesticht door de overlevenden van de opstand van 1943 in het getto van Warschau en de Palestijnse christenen in Kfar Yassif en Acco. Als zij in een moeizame dialoog elkaars verhalen kunnen aanhoren, waarom zouden christenen dan niet bereid zijn naar verhalen van beide kanten te luisteren? Waarom zou Nes Ammim geen loopplank kunnen zijn tussen beide bevolkingsgroepen? Waarom zouden christenen het streven naar gerechtigheid en vrede in dit land tegen elkaar willen uitspelen? De Bijbel houdt het visioen levend dat in het land Israël „gerechtigheid en vrede elkaar kussen” (Psalm 85). Ik wens de synodeleden van de PKN de moed toe om én-én te zeggen. De polarisatie voorbij!

De auteur is emeritus predikant in de PKN en emeritus hoogleraar inzake de verhouding jodendom-christendom aan de Theologische Universiteit Kampen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer