Bierketen in Putten mogen blijven
PUTTEN - Bierketen in Putten moeten gecontroleerd worden op veiligheid, vergunningen en op wie ervoor verantwoordelijk is. „Als de keetjongeren zich daar aan houden, zie ik geen probleem voor het voortbestaan ervan”, zei wethouder A. Kleijer (ChristenUnie) donderdagavond tijdens een discussieavond in Putten.
De avond was belegd door de fractie van Gemeentebelangen naar aanleiding van de uitspraak van de Raad van State in juli. Het gerechtscollege stelde dat de gemeente haar besluit om niet op te treden tegen de bierketen moet herzien.Wethouder Kleijer zei dat de gemeente afspraken wil maken met jongeren over regelmatige controles van de keten door gemeente, politie en brandweer. „Maar dat betekent niet dat we een generaal pardon voor alle keten afgeven.” Het officiële standpunt van het college wordt later nog naar buiten gebracht.
De vele jongeren die de discussieavond bijwoonden, maakten zich zorgen om het voortbestaan van hun onderkomens. F. Geerts wil dat er een andere toon in de discussies rond plattelandsketen wordt gevoerd.xxxx „De bestuurders weten amper wat er in zo’n keet gebeurt. Laat ze eens op een doordeweekse avond komen kijken. Ze zullen zien dat er echt niet gezopen wordt.” Hij geeft toe dat soms iemand op zaterdagavond te veel drinkt, maar dat gebeurt volgens Geerts in een kroeg ook. Ouders zijn blij met de keten, beweert een ander. „Ze weten waar en met wie we daar zijn.”
„Wat wordt er van ons verwacht als we de boel moeten sluiten?” vroeg S. van der Borg zich af. Ze gaat vaak op woensdag met veertien vrienden naar de ”Katerkeet” om een film te kijken. „Er is geen woonkamer groot genoeg voor vijftien jongeren. Het is me te koud om met z’n allen de straat op te gaan. Moeten we dan met zijn allen op woensdagavond de kroeg in?”
K. van der Werf, raadslid van Gemeentebelangen in Putten, moet er „niet aan denken” dat zijn bijna 18-jarige zoon met veertien vrienden elke woensdagavond op de bank zit. „Laten we keten omdopen tot clubhuizen en laat de jongeren verenigingen oprichten. Dan zijn ze juridisch niet langer aan te pakken.”
J. Witkamp, LPF-fractievoorzitter in de gemeente Westland, illustreerde hoe het ook kan. „In onze gemeente bevinden zich tussen de 200 en 300 hokken, zoals wij ze noemen. In onze gemeente is praktisch geen overlast geconstateerd. De keet moet onder meer voldoen aan veiligheidseisen, maar verder wordt het hok gezien als niets meer dan een verlengde van de huiskamer.” De gemeente heeft volgens hem één keer opgetreden tegen een keet die „op de commerciële tour” ging. Klachten van horecaondernemers zijn er niet in het Westland, stelde Witkamp.
Hoewel ook horecaondernemers op de discussieavond in Putten waren uitgenodigd, was er van hen niemand aanwezig. „De plaatselijke horeca heeft vaak genoeg aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de keten”, zegt H. Vlijm van een lokale website over uitgaan in Putten. De site wordt ondersteund door horecaondernemers in de Veluwse gemeente. Uit de uitspraak van de Raad van State blijkt dat de gemeente Putten niet goed aannemelijk heeft gemaakt dat de horeca geen oneerlijke concurrentie van de keten ervaart.
„Had de gemeente alle horecaondernemers in Putten gevraagd, dan was duidelijk geweest dat ze geen last van de keten ondervinden”, aldus Vlijm. Volgens hem horen de keten bij een traditie. „Studentenhuizen in steden hebben soms ook een tap en stereo en dat is gewoon toegestaan. De keten zijn de studentenhuizen van het platteland. Verbied je ze, dan gaan ze ondergronds.”